Anglicaan Nazir-Ali: Beperk hulp aan haatregimes
LONDEN – De westerse wereld zou hulpverlening aan landen in het Midden-Oosten en Zuid-Azië moeten koppelen aan prestaties op het gebied van mensenrechten. Dat pleidooi voert de anglicaan Michael Nazir-Ali in het Britse magazine Standpoint van deze maand.
Weliswaar ondernemen de Verenigde Naties stappen om het Libische volk van Gaddafi te verlossen, schrijft de anglicaanse geestelijke Nazir-Ali. Maar hij vraagt zich af waarom het Westen niets tegen de „wereldwijde en groeiende christenvervolging” doet. De 61-jarige voormalige bisschop van Rochester uit zijn kritiek in het Britse magazine Standpoint. Hij vraagt zich af waarom ontwikkelingswerk niet gekoppeld kan worden aan de prestaties van ontvangende landen in de strijd tegen extremisme. „De westerse hulpverlening moet ertoe bijdragen dat de haat uit schoolboeken verdwijnt, dat het onderwijssysteem wordt hervormd en dat de rol van vrouwen en niet-moslims wordt versterkt.”
Nazir-Ali legde op 1 september 2009 zijn bisschopsambt neer, om zich aan de vervolgde christenen en de verhouding tussen christendom en islam te wijden. Uitlatingen van hem zorgden al diverse malen voor ophef in de Britse media. Zo stelde hij in 2007 dat de islam de grootste bedreiging vormt voor het Westen sinds het communisme. In 2008 trok hij de aandacht door te zeggen dat islamitische extremisten in verschillende Britse steden no-go areas voor niet-moslims creëren – een uitspraak die hem diverse doodsbedreigingen opleverde.
Nazir-Ali toont zich in zijn artikel in Standpoint vooral bezorgd over de positie van christenen in Irak, Pakistan en Afghanistan. Hij vindt dat de internationale gemeenschap de christelijke minderheid in Irak veel beter moet beschermen. Al 2000 jaar wonen er christenen in Irak, maar hun aantal is de laatste jaren gedecimeerd, omdat duizenden christenen het land hebben verlaten. Telde het land in 1990 nog 1,4 miljoen christenen op een bevolking van 29 miljoen, intussen is het aantal geslonken tot ongeveer 200.000.
In Pakistan is de situatie vergelijkbaar. Nazir-Ali: „De blasfemiewet is een voorbeeld van harde intolerantie tegenover religieuze minderheden. De wet voorziet in de doodstraf voor iedereen die de profeet Mohammed beledigt. Sinds de inwerkingtreding van de wet, twintig jaar geleden, zijn meer dan 650 christenen aangeklaagd, vaak op ongegronde verdachtmakingen. Tot voltrekking van de doodstraf kwam het echter tot op heden niet.”
Volgens Nazir-Ali hebben vrouwen en meisjes in Afghanistan dankzij internationale interventie meer rechten gekregen, maar gelden deze rechten niet voor christenen. Van de 173 miljoen inwoners is 95 procent moslim, 2 procent christen, 2 procent hindoe en de overigen aanhanger van een andere godsdienst.