Legerpredikant op Sardinië: Herdenken in oorlogstijd
Voor het tweede jaar op rij was ik met dodenherdenking niet in Nederland. In 2010 stond ik bij de vlaggenmast in Kandahar, Afghanistan. Dit jaar in Decimomannu, op het Italiaanse eiland Sardinië.
Zo druk en lawaaiig als het op Kandahar was, zo rustig en stil lijkt het deze avond op Deco. Slechts enkele vliegtuigen starten en landen er per dag, waaronder vier F-16’s van de Koninklijke Luchtmacht. Maar juist op het moment van de parade, klokslag 20.00 uur, taxiet een vliegtuig voorbij. Dan daalt de stilte weer neer over het veld. En wij staan twee minuten stil om de slachtoffers te herdenken.
Vreemd – oorlogsslachtoffers herdenken, terwijl we zelf met een oorlog bezig zijn. Morgen gaan weer vier kisten de lucht in. De bemanningsleden zijn de enigen die live iets van de oorlogshandelingen meemaken.
Na de take-off is het een dik uur vliegen voordat ze in de buurt komen van de Libische stad Misurata, een oorlogshaard. Doel is het handhaven van het wapenembargo en het controleren van de no-flyzone. Ze blijven in het operatiegebied op behoorlijke hoogte vliegen, buiten het bereik van luchtafweergeschut. En hoewel het ‘bijvangst’ is, kunnen ze met hun zeer geavanceerde materiaal haarscherpe beelden van de situatie op de grond maken.
Zo zien ze of er op een vliegveld of in een haven zaken zijn gewijzigd. Zijn er vliegtuigen verplaatst? Liggen er andere schepen in de haven? Ook een vluchtelingenkamp komt in beeld. Je kunt de tenten zien staan en de auto’s zien rijden. En je ziet hoe het kamp groeit en steeds voller wordt.
Soms zie je dat er met granaten wordt geschoten. Helaas voor de vliegers –zij zouden zo veel meer kunnen betekenen– mogen zij niet ingrijpen. Maar dergelijke berichten worden wel direct doorgegeven aan het CAOC, het centrum van waaruit alle deelnemende landen hun opdrachten krijgen en van waaruit actie wordt ondernomen. Gedurende de missie wordt het vliegtuig enkele keren bijgetankt.
Na enkele uren boven het gebied te hebben gehangen, keren de vliegers terug. Het is een lange zit: vijf à zes uur uur op een stoel, zonder even de benen te kunnen strekken. Wel wat eten en drinken tussendoor. En toch: de tijd vliegt voorbij. Terug op de basis is het werk voor de vlieger nog niet afgelopen. Samen met mensen van ”intell”, de afdeling inlichtingen, analyseren ze de beelden en wordt relevante informatie doorgegeven aan het CAOC.
En zo gaat de oorlog verder. Dagelijks vallen er slachtoffers. Heeft oorlog zin? Ik weet het niet. Heeft dodenherdenking zin? Ik denk het wel: opdat wij niet vergeten.