Umm al-Hieran, op ongeveer dertig minuten van de stad Be’ersheva, is een van de vele zogeheten niet-erkende bedoeïenendorpen in de Negev die geen basisdiensten of basisinfrastructuur krijgen van de Israëlische overheid.

In 2004 ontvouwde het plancomité voor de regio zijn masterplan. Het dorp zou volledig afgebroken worden, om plaats te maken voor de Joodse gemeenschap Hiran. De ongeveer duizend bedoeïenen zouden moeten wijken.

Een deel van de infrastructuur van het dorp is al afgebroken. In 2008 stapten inwoners van Umm al-Hieran naar de rechtbank om verdere afbraak te voorkomen. Ze deden dat samen met vertegenwoordigers van Adalah, het Juridisch Centrum voor Arabische Minderheidsrechten in Israël, en Bimkom, een groep van Israëlische planologen en architecten.

Zowel de politierechtbank als de arrondissementsrechtbank in Be’ersheva heeft zich onbevoegd verklaard. „We hopen dat het hooggerechtshof ons toestemming zal geven om in beroep te gaan, dan zullen we de zaak ten principale kunnen bepleiten”, zegt Suhad Bishara, de advocaat van Adalah die de bedoeïenen vertegenwoordigt.

Volgens Bishara oordeelde de arrondissementsrechtbank „dat de staat Israël een wettelijke basis heeft voor een apartheidssysteem. Men kan vragen een gemeenschap te verhuizen, een heel dorp te evacueren, niet omdat er een dringend algemeen belang is maar omdat men een andere gemeenschap op die plaats wil laten wonen. Dat is niet steekhoudend.”

„Umm al-Hieran werd zestig jaar geleden gesticht”, zegt Salim, een van de inwoners. „Nog steeds is er geen elektriciteit of water. De regering maakt het ons moeilijk; ze sluit het water af zodat we gedwongen worden het dorp te verlaten.”

Ongeveer 90.000 bedoeïenen leven in gelijke omstandigheden in de Negev. Aangezien de Israëlische overheid hen als illegale bewoners ziet, dreigen de dorpen allemaal afgebroken te worden. Het bedoeïenendorp al-Araqib bijvoorbeeld, op enkele minuten van Umm al-Hieran, is sinds juli 2010 al negentien keer met de grond gelijkgemaakt, ook al is de juridische procedure over wie eigenaar is nog steeds bezig.

Volgens Oren Yiftachel, hoogleraar geografie aan Ben Gurion-universiteit in Be’ersheva, wijst deze afbraakgolf op een breder plan van de Israëlische regering om de bedoeïenen in een zo klein mogelijke zone in de Negev te concentreren en op de vrijgekomen plaats Joodse nederzettingen te bouwen.

„Het doel van de staat is nog steeds, met de mogelijkheden die hij heeft, de bedoeïenen alleen toe te laten in afgebakende gebieden en de rest te verjoodsen. Elke zweem van een claim op gelijkheid wordt als een bedreiging van deze vorming van de Joodse staat gezien.”