Commentaar: Verbolgenheid in Urk
Er zijn momenten dat betrekkelijk kleine plaatsen plotseling het brandpunt van het nieuws worden. Soms is dat vanwege dramatische gebeurtenissen zoals een moord, soms door iets opvallends. Zelden staan die dorpen in de kijker omdat er positieve dingen te melden zijn. Dat frustreert.
Plaatsen die deel uitmaken van de zogenoemde biblebelt weten hiervan mee te praten. Media strijken er nogal eens neer omdat ze met een reportage de merkwaardige dorpscultuur willen vastleggen. Het traditionele beeld van deze dorpen is dat de mensen hard werken, willen leven naar de norm van de Bijbel en gezagsgetrouw zijn. Van de moderne cultuur willen ze in het algemeen weinig hebben.
Helaas stelt het resultaat van dergelijke bezoeken van de media veelal teleur. Er wordt heel vaak een karikatuur gemaakt zonder dat de werkelijke intenties recht worden gedaan.
Natuurlijk is het heel gemakkelijk om daar de media de schuld van te geven. Daar is soms ook wel aanleiding toe. Weinig journalisten zijn bereid zich werkelijk te verdiepen in de motieven van orthodoxe christenen. Uit een zekere gemakzucht wordt er gebruiktgemaakt van stereotypen.
Naast deze belangstelling voor de ‘folklore’ van plaatsen op de biblebelt komen de dorpen vooral in de kijker als er negatieve punten vallen te melden. Bekend is dat orthodoxe plaatsen nog wel eens uit de toon vallen als er tijdens de oudejaarsnacht ongeregeldheden zijn. Soms krijgt men de indruk dat het nieuws over vernielingen in die gemeenten wordt uitvergroot. Immers, in andere dorpen en steden is het dan ook niet pluis.
Deze weken heeft de landelijke pers, en ook deze krant, geregeld bericht over gedrag van een groep jongeren in Urk. Afgelopen dagen werd bekend dat deze jongelui geprobeerd hadden het huis van de burgemeester in brand te steken. De burgervader had het bij hen verkorven omdat hij streng was opgetreden tegen baldadigheden rond Koninginnedag. Dat zat deze jongeren niet lekker.
Laat helder zijn: het gedrag van deze groep is ontoelaatbaar. Zowel het buitensporig drinkgedrag als de poging tot brandstichting raakt kant noch wal. Daartegen past alleen maar ferm optreden.
In zekere zin is het ook begrijpelijk dat de media hier aandacht aan geven. Wanneer de woning van een burgemeester in een andere gemeente doeltwit is van baldadigheid of vernielzucht zal dat ook gemeld worden. Maar er is ook een zekere selectiviteit. Overmatig drinkgedrag van jongeren in universiteitssteden, wat geregeld voorkomt, krijgt veel minder de aandacht. Dat wordt kennelijk normaler gevonden. Dat die selectieve verontwaardiging van de media de Urker gemeenschap irriteert, is verklaarbaar.
Toch is daarmee het probleem niet van tafel. Wanneer een dorpsgemeenschap zich kenmerkt door een Bijbels genormeerde levensstijl mag ze daar ook op aangesproken worden. Ook hier geldt: adeldom verplicht.
Tegelijk mag met de negatieve kanttekeningen over een dorpsgemeenschap niet al het goede dat er ook is met één zwaai worden weggeworpen. Dat gebeurt helaas in de media. Dat Urkers daarover verbolgen zijn, is begrijpelijk.