Statistici vermoeden dat er in Duitsland ruim een miljoen minder mensen wonen dan het officiële inwonertal van 81,7 miljoen. Dat officiële aantal is een oud cijfer dat steeds is aangepast op basis van schattingen. Bijvoorbeeld sommige emigranten hebben zich bewust niet uitgeschreven, om allerlei redenen.

Naast de mensen die worden ondervraagd, moeten ook nog eens velen een vragenlijst invullen. In totaal doet een op de drie Duitsers mee aan de volkstelling.

De zogeheten Zensus 2011 heeft gevolgen voor allerlei overheidszaken. Het gaat dan om de rijksbetalingen aan gemeenten, de bouw van het aantal scholen en ouderenwoningen. Zelfs het aantal zetels van de deelstaten in de bondsraad kan worden aangepast.

Bij de laatste telling, in de jaren tachtig was heftig protest van bewoners. Zij vreesden aantasting van hun privacy. Dit keer bleef dat verzet uit. De overheid heeft de bewoners verzekerd dat de gegeven informatie totaal geen gevolgen zal hebben voor hun persoonlijke situatie. „De gegevens worden niet doorgestuurd, niet naar financiële beambten, sociale diensten, bevolkingsregister of veiligheidsdiensten”, beloofde president Roderich Egeler van de statistische dienst van Duitsland.

De Duitse overheid zegt dat de telling nodig is op grond van EU-regels. Critici stellen dat er ook vragen worden gesteld die niet door de EU zijn voorgeschreven, zoals over migratie en religie. Actiegroep Arbeitskreis Vorratsdatenspeicherung vreest dat een deel van de gegevens terug te leiden is naar individuele personen.

De privacybeschermer van de noordelijke deelstaat Sleeswijk-Holstein, Thilo Weichert, vindt de volkstelling overbodig. Volgens hem ligt er genoeg bruikbare informatie bij verschillende overheidsdiensten.

De eerste resultaten van de telling worden halverwege 2012 verwacht.