Kleurenfoto’s brengen Tweede Wereldoorlog dichterbij
Kan ons beeld van de Tweede Wereldoorlog na al die jaren nog realistischer worden? ”Het grote 40-45 boek” toont aan van wel. Het laat veel nieuw ontdekte (kleuren)foto’s zien.
Ons beeld van de Tweede Wereldoorlog hangt nauw samen met een paar bekende foto’s, iconen haast. Het planten van de Amerikaanse vlag op het Japanse eiland Iwo Jima, de februarirazzia in Amsterdam, het Joodse jongetje dat onder schot wordt gehouden in het getto van Warschau.
Beelden als deze ontbreken dan ook niet in ”Het grote 40-45 boek”. Interessanter echter zijn de oorlogsfoto’s die pas recent zijn ontdekt. Gevonden op stoffige zolders in Nederland of opgedoken uit de nalatenschap van Duitse soldaten. Ze beslaan een aanzienlijk deel van dit boekwerk.
Samensteller Erik Somers heeft, met medeauteur René Kok, jaren werk in ”Het grote 40-45 boek” zitten. De beeldhistorici van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) bekeken samen in totaal meer dan 200.000 foto’s om tot deze selectie te komen. Een ongebruikelijke bezigheid, zegt Somers. „Meestal worden beelden gezocht op een trefwoord, ter illustratie van een boek bijvoorbeeld. Nu hebben we alles wat er is weer helemaal opnieuw bekeken.”
Somers en Kok zetten eerder de imposante site beeldbankwo2.nl op, met de fotocollecties van meer dan dertig musea en archieven. Het boek kreeg toen al vorm. „Bij elke interessante foto dacht je: Deze past er misschien ook in, bij dat en dat hoofdstuk.”
Somers is vooral geïntrigeerd door de „gewone” afbeeldingen die de laatste jaren opdoken. Met name als het om kleurenfotografie gaat – die tijdens de oorlog net in opkomst was. „Zwart-wit schept een afstand omdat het overduidelijk uit een andere tijd komt, maar kleurenbeelden brengen de oorlog veel dichterbij. Neem bijvoorbeeld de foto van een nationaalsocialistische bijeenkomst op het Museumplein in Amsterdam, juni 1941. Kijk naar de mensen die daar lopen: hun kleren zijn misschien anders, maar een van die passanten zou zo je buurman kunnen zijn.”
Een ander fenomeen zijn de vele foto’s die Duitse soldaten in Nederland maakten na de meidagen van 1940. Bijna een op de tien soldaten had een camera bij zich, legt Somers uit. „De Duitse overheid stimuleerde dat, om de zegeningen van het Derde Rijk te laten zien. Er was geen censuur op de beelden die ze maakten.”
Op de soldatenfoto’s is duidelijk een kentering zichtbaar. Eerst oogt alles gemoedelijk, de spanning van de bezetting is nog nauwelijks voelbaar. Hoe anders zijn de afbeeldingen van diezelfde soldaten tijdens de gruwelen van het Oostfront, enige tijd later.
In het boek is ook veel plaats voor amateurbeelden. Foto’s die soms jarenlang in een familiealbum verborgen zaten. Mede dankzij nieuwe scantechnieken kunnen ze nu groot worden afgedrukt. Zoals de –stiekem genomen– foto van twee dames op een terras in het platgebombardeerde Rotterdam, mei 1940. Ze zijn zichtbaar onder de indruk van de wildernis om hen heen. Het geïmproviseerde „alcohollooze café” waar ze zitten, is daar alweer aan gewend en doet goede zaken. ”Hier alles op ijs. Heerlijk koel”.
www.beeldbankwo2.nl voor beeldarchief over de Tweede Wereldoorlog.
Boekgegevens
Het grote 40-45 boek, René Kok en Erik Somers; uitg. Waanders, Zwolle i.s.m. NIOD, 2011; ISBN 978 90 400 7746 3; 368 blz.; € 49,95.