De zelfmoordenaar liet een auto vol explosieven ontploffen toen hij het binnenterrein opreed van een politiebureau in het centrum van de voornamelijk sjiitische stad Hilla, ten zuiden van de hoofdstad Bagdad. Dat gebeurde tijdens het wisselen van de wacht, zodat er juist veel bewakers buiten liepen. De ontploffing veroorzaakte een krater van 2 meter diep en zware schade aan het politiebureau en omliggende huizen.

De aanslag is nog niet opgeëist. De stad is regelmatig het doelwit van soennitische rebellen die trouw zijn aan al-Qaeda. Het is de dodelijkste aanslag sinds 29 maart, toen een groep al-Qaedamanschappen een provinciehuis in Tikrit bestormde en 58 mensen doodde.

Het aantal aanslagen in Irak is afgenomen sinds de piek in 2006/2007, maar ze zijn nog altijd aan de orde van de dag. De laatste tijd is het geweld juist toegenomen. In april kwamen nog 211 Irakezen om door geweld, volgens officiële statistieken. Voor Amerikaanse militairen was de maand april de dodelijkste maand in anderhalf jaar tijd: elf militairen kwamen die maand om.

Over enkele maanden trekken de Amerikaanse troepen zich volledig terug uit Irak, dat ze in 2003 binnenvielen. De VS hebben nog 45.000 militairen in Irak. De Iraakse autoriteiten hebben verzekerd dat zij dan voor de veiligheid kunnen zorgen.