Commentaar: Ruis over stilte
Nederland denkt vandaag aan burgers en militairen die sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog zijn overleden in oorlogssituaties. Om acht uur vanavond is het op veel plaatsen twee minuten stil.
Het is waardevol om deze traditie in ere te houden. In ons land kwamen bijna 200.000 militairen, burgers en Joden om door het nazisme.
De generatie die de oorlog bewust heeft meegemaakt, verdwijnt langzaam maar zeker. Daarom is het mooi dat veel scholen vaker bewust met dodenherdenking en Bevrijdingsdag bezig zijn, bijvoorbeeld door het adopteren van monumenten en het leggen van kransen. Opdat wij niet vergeten. Een volk dat zijn geschiedenis vergeet, is gedoemd haar opnieuw te beleven. H. M. van Randwijk dichtte treffend: „Een volk dat voor tirannen zwicht, zal meer dan lijf en goed verliezen, dan dooft het licht.”
Gisteren ontstond er enige ruis over de twee minuten stilte door uitlatingen van voormalig PvdA-Kamerlid Mei Li Vos. Zij vindt dat PVV’ers vanavond beter weg kunnen blijven, omdat in het PVV-verkiezingsprogramma staat dat we op 4 mei „de slachtoffers van het (nationaal)socialisme herdenken.” Volgens Vos is de PVV bezig de geschiedenis te herschrijven door het woord ”nationaal” tussen haken te plaatsen. De achtergrond is helder. De PVV wil daarmee in het huidige politieke debat links demoniseren.
Inhoudelijk heeft Vos een punt, want het nationaalsocialisme van Hitler heeft weinig uit te staan met het socialisme zoals de linkse partijen dat vandaag de dag prediken. Niet dat het socialisme als politieke beweging geen bloed aan de vingers heeft; Rusland en China hebben in de twintigste eeuw tientallen miljoenen mensen gedood. Het nazisme en het communisme, een extreme variant van het socialisme, zijn „vijandelijke broeders” schrijft de Franse historicus Furet in zijn boek ”Het verleden van een illusie”. Ze hebben de leus van de achttiende-eeuwse Franse Revolutie gemeenschappelijk: „Geen God en geen meester.”
De oproep van Vos aan PVV’ers om weg te blijven bij de dodenherdenking is echter misplaatst. Het Nationaal Comité 4 en 5 mei wees daar gisteren op. Het is belangrijk dat iedereen”, ongeacht afkomst, maatschappelijke overtuiging en leeftijd, in verbondenheid samen kan zijn.
Toch heeft het comité de commotie mede aan zichzelf te wijten. De dodenherdenking is gaandeweg de jaren steeds verder uitgedijd. Tot 1961 werden alleen de gevallenen in de Tweede Wereldoorlog herdacht, daarna ook de Indië- en Koreaveteranen en nu alle burgers en militairen die sinds de Tweede Wereldoorlog in oorlogssituaties zijn overleden.
Het thema van de dodenherdenking is dit jaar: ”Vrijheid op straat”. Dan komen onder meer Palestina, Iran, Egypte en de voormalige Sovjetrepublieken aan de orde.
Allemaal waardevol, maar op den duur wordt de herdenking te breed. Voor andere gruweldaden in verleden en heden mogen andere momenten komen. De Tweede Wereldoorlog kostte in ons land aan 7900 militairen, 88.900 burgers en 102.000 Joden het leven.
Daarover moet het vanavond gaan. Geen ruis over de stilte.