Nog altijd meer schildklierkanker na Tsjernobyl
APELDOORN – In Wit-Rusland komt evenveel schildklierkanker voor als in de rest van de wereld bij elkaar. Een duidelijk gevolg van de kernramp in Tsjernobyl, aldus Franka Hummels, journalist en auteur van het boek ”De Generatorgeneratie” over de gevolgen van de kernramp in Tsjernobyl in Wit-Rusland, deze week 25 jaar geleden.
Het is moeilijk om een verband te leggen tussen andere vormen van kanker en de ramp. „Het leefpatroon in de voormalige Sovjet-Unie was en is heel ongezond. Mensen roken en drinken veel en eten niet gezond. Het risico op kanker is daardoor sowieso hoger. Je kunt onmogelijk zeggen wat nou het gevolg is van Tsjernobyl en wat van het leefpatroon”, aldus Ronald Smetsers, stralingsdeskundige van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM).
Tsjernobyl ligt in het huidige Oekraïne, maar op het moment van de explosie stond de wind in noordwestelijke richting, waardoor 70 procent van de nucleaire neerslag in Wit-Rusland is beland, aldus Hummels.
Mensen in Nederland weten volgens haar over het algemeen beter wat de gevolgen zijn van de ontploffing in Tsjernobyl dan mensen in Wit-Rusland. „In Wit-Rusland zijn de gevolgen van de kernramp lange tijd in de doofpot gestopt.”
Toen in Nederland de spinazie werd vernietigd, dansten de smensen in Tsjernobyl nog in de nucleaire neerslag. „Het was 9 mei, een feestdag in Rusland. Ze hadden geen idee wat de gevaren waren”, aldus Hummels.
Rond Tsjernobyl is een evacuatiezone van 30 kilometer ingesteld. Hummels: „Daar mocht van de Verenigde Naties nooit meer iemand wonen. Maar je ziet nu dat er steeds meer mensen teruggaan naar het gebied aan de Wit-Russische kant van de grens. De regering voert er een actief herbevolkingsbeleid. Mensen krijgen er gratis water, elektriciteit, telefoon en huisvesting. Daarbij wordt niet gezegd hoe gevaarlijk het er nog steeds is. Natuurlijk gaan er dan mensen wonen.”
Bij een kernexplosie komen er veel radioactieve stoffen vrij, waar/ onder cesium-137 en jodium-131. Het duurt ruim dertig jaar voordat de radioactiviteit van dit cesium met de helft is gedaald. Daarom geldt er in een zone van 100 kilometer rond Tsjernobyl nog steeds een oogstverbod. „Maar daar houden de Wit-Russen zich niet aan, net als aan het woonverbod”, aldus Hummels.
Jodium-131 heeft een halfwaardetijd van acht dagen. Dat wil zeggen dat acht dagen na het vrijkomen de radioactiviteit van jodium is gehalveerd. Na zestien dagen is het nog maar een kwart. Maar volgens Hummels is het mogelijk dat jodium nog steeds doorwerkt.
„In Wit-Rusland komt nog steeds relatief veel schildklierkanker voor onder jonge kinderen. Daar zijn twee mogelijke verklaringen voor. Ten eerste dat er een andere radioactieve stralingsbron is die dit veroorzaakt. Een tweede mogelijkheid is dat radioactief jodium nog steeds doorwerkt.”
In 1986 zijn enorme hoeveelheden jodium uitgestoten, waaronder ook jodium-129 met een halfwaardetijd van ruim 15 miljoen jaar.
„Het is mogelijk dat dit nu, 25 jaar later, nog steeds schadelijk is. Het zou me niet verbazen als dat de oorzaak is.”