Arjan en Edith Post: Muziek maken doe je samen
Een uitvoering in de Kampense Bovenkerk, een galaconcert in het Concertgebouw in Amsterdam. Het trompetduo Arjan en Edith Post is een vaste verschijning in de christelijke koorwereld. „Door onze ervaring hebben we geleerd met spanning om te gaan.”
Gemiddeld geven ze twee keer per week een concert. Het trompetduo Arjan en Edith Post treedt op in het EO-programma Nederland Zingt. Ze spelen onder meer met het Urker Mannenkoor Hallelujah, met l’Orchestra Particolare en Vox Jubilans. Hun repertoire varieert van barok- en geestelijke muziek tot musicals en filmmuziek.
Als kind hoorde Arjan een keer een trompettist spelen in een kerk. „Ik vond dat fantastisch. Vanaf toen wilde ik ook trompet spelen. Ik ben naar het conservatorium in Zwolle gegaan, omdat ik daar dichtbij woonde. Toen ik daarop zat, werd het plezier in trompet spelen steeds minder. In die tijd dacht ik erover om naar het Sweelinckconservatorium in Amsterdam te gaan, waar de trompettist Peter Masseur lesgaf. Ik dacht: Als ik daar niet word aangenomen, ga ik iets anders doen. Tot mijn grote verrassing werd ik toegelaten. Het was een geweldige tijd in Amsterdam. Je hebt er een veel grotere muziekcultuur dan in Zwolle. Zo werd ik gebeld door modernemuziekensembles en door het orkest van het Concertgebouw om te komen spelen.”
Edith: „Ik heb het conservatorium in Zwolle gevolgd, en daar gestudeerd bij Jos Verspagen. We woonden in die tijd in Amsterdam, dus reisde ik op en neer. In die tijd ging ik spelen in het Radio Filharmonisch Orkest.”
Wat is het eigene van trompet spelen, als je hem vergelijkt met andere instrumenten?
Arjan: „Een trompet is van oorsprong een signaalinstrument, het versterkt op hoogtepunten de muziek.”
Edith: „Ik heb hem niet om die reden gekozen. Bij ons thuis speelden mijn vader en mijn broer trompet, later ook mijn zus. Mijn broer had cd’s van de bekende trompettist Maurice André. Die kon gewoon zingen op z’n instrument. We speelden ook in de fanfare in Doornspijk. Nu geef ik trompetles aan leerlingen van de fanfare.”
Arjan: „Ik was altijd erg verlegen en vond het daarom in het begin moeilijk trompet te spelen. Elk geluid is namelijk hoorbaar. Ik dacht: Ik kan me niet uiten op dat instrument, voel me er niet mee verbonden. Als ik op het podium stond, was ik heel zenuwachtig. De eerste voorspeelavond in Amsterdam vond ik verschrikkelijk. Langzaamaan is dat goed gekomen.”
Als duo moet je nauw op elkaar zijn ingespeeld. Wel eens een meningsverschil over een stuk?
Edith: „Laatst hadden we een cd-opname voor trompet en orgel, in Steenwijk. Bij een stuk van Tsjaikovsky wilde Arjan bepaalde noten korter spelen, ik zocht meer de breedte. We zoeken dan naar het juiste midden.”
Arjan: „We lossen zo’n verschil wel altijd op. We zeggen niet: Ieder doet het maar op zijn manier. Dat kan niet.”
Edith: „We hebben een orkestachtergrond. Dan speel je altijd samen met anderen.”
Arjan: „Voor ons is het heel belangrijk dat je sámen muziek maakt. Daardoor kom je verder. Het leukste is als je samenwerkt met organisten, pianisten en fluitisten. Samen probeer je er het mooiste van te maken. Ook in onze trompetklank proberen we één te zijn. Je gaat niet voor jezelf, maar voor het totaal. Tegen mijn koperensemble zeg ik: Het is niet de bedoeling dat er één uitspringt.”
Op welke manier is er ruimte voor eigen inbreng?
Edith: „Neem het slotdeel van het paasoratorium ”Van liefde ongekend” van Johan Bredewout. Ik meng dan met de melodie van het koor.”
Arjan: „En ik kan me dan moeilijk inhouden, het is zo’n mooi deel, ik blaas dan de tonen er stevig overheen.”
Welke muziek spelen jullie graag?
Edith: „We zijn wel breed hoor, vinden veel dingen mooi. Een koraal is prachtig, maar een barokconcert ook. Schitterend vind ik het duet ”Simson en Delila” van Saint-Saëns, prachtig, zo’n brede melodie. Ook het koraal ”De dag door Uwe gunst ontvangen” vinden we allebei heel mooi.”
Arjan: „”Van liefde ongekend”, het laatste deel, van Johan Bredewout, dat is zó intens, als die altfluit inzet. Wat Bredewout schrijft, vind ik erg goed, juist ook voor trompet. Na de barok is er heel weinig voor twee trompetten geschreven. Je hebt wel een trompetconcert van Haydn, maar dat is voor één instrument. We spelen daarom voor 95 procent transcripties van stukken. Bredewout schrijft voor ons, en verder arrangeren we veel zelf.”
Edith: „Als iemand anders voor ons schrijft, passen we de noten soms aan. We krijgen nog wel eens fluitpartijen onder onze neus. Die zijn dan te hoog, wat niet mooi klinkt op trompet.”
Als je veel concerten hebt gegeven, spelen zenuwen dan nog een rol?
Edith: „Voor mij zit er altijd wel spanning bij. Het is niet zo dat we maar even gaan staan.”
Arjan: „Dat willen we ook niet. Je moet een zo hoog mogelijk niveau neerzetten. Wat je thuis hebt voorbereid, wil je ook goed uitvoeren. Het is een gevecht met je instrument, en daardoor kun je wel eens zenuwachtig worden.”
Edith: „Het maakt uit waar je staat in de kerk. Zo stonden we onlangs in de Bovenkerk van Kampen ver van het publiek af. Dat maakt het anders dan als je dichtbij staat.”
Arjan: „Door de vele ervaring hebben we geleerd met spanning om te gaan. Toch zijn er altijd nog omstandigheden waardoor je ineens zenuwachtig kunt worden. Dan schrik ik op van een klank, en fluister tegen Edith: Ben ik te hoog? Ben ik te laag? Speel ik zuiver? Of je verwacht dat de dirigent begint met ”poink”, en hij doet ”ploek”. Als ik dan nog geen adem heb gehaald, wordt de inzet niks.”
Edith: „In de winter kan het heel koud zijn in de kerk. Dan ben je al verkleumd voordat je aan de beurt bent. Probeer dan nog maar eens je lippen te spannen.”
Arjan: „Je staat op een wankel podium, of je kunt de organist niet goed zien – de omstandigheden zijn nooit 100 procent. We proberen er altijd het beste van te maken.”
Naast het trompet spelen zijn er andere activiteiten. Hoe ziet een gemiddelde werkdag eruit?
Arjan: „Een werkdag van mij kan er zo uitzien: ’s morgens begin ik met een halfuur inspelen. Dan ga ik naar Nunspeet, waar mijn muziekuitgeverij ProMusic is. Ik werk er tot een uur of elf en rijd dan naar Laren, waar ik als zakelijk leider van een symfonieorkest vergader over lopende zaken. Eind van de middag heb ik een repetitie voor een uitvoering ’s avonds. Dat kan overal in het land zijn. Gemiddeld spelen Edith en ik twee keer per week samen. Daarnaast heb ik mijn optredens met mijn ensemble en orkest.”
Edith: „Op maandag- en donderdagavond heb ik enkele koren in Doornspijk. Verder geef ik op donderdag trompetles. Ook werk ik een dag in de week in Nunspeet, ik regel dan instrumentalisten voor concerten.”
Arjan en Edith Post
Het echtpaar Arjan (45) en Edith (42) Post begon eind jaren negentig als trompetduo op te treden. Daarvoor speelde Arjan twaalf jaar in het Nederlands Promenade Orkest. Hij is oprichter van Imperial Brass, een kopergroep die optreedt op bedrijfsevenementen en concerten. Verder richtte hij l’Orchestra Particolare op, een symfonieorkest dat koren begeleidt en meewerkt aan tv- en cd-producties. Ook Edith speelde in diverse beroepsorkesten. Ze geeft trompetles aan een muziekvereniging en is dirigent van enkele koren.
Het duo werkt mee aan het galaconcert van het Urker Mannenkoor Hallelujah, op vrijdag 6 mei in het Amsterdams Concertgebouw. In september komt van hen een nieuwe cd uit, waarop ze spelen met de organist Marco den Toom in Orléans. In juni zal een cd in Tiel worden opgenomen met trompet, orgel en piano, waaraan André van Vliet en Johan Bredewout meewerken. Arjan en Edith zijn getrouwd Post en hebben drie kinderen in de leeftijd van 13, 10 en 4 jaar.