„Geestelijke zorg staat onder druk”
De geestelijke verzorging in de ouderenzorg staat onder druk als gevolg van de vrijheid die instellingen hebben bij het besteden van hun budget. „Het is de vraag of instellingen geld willen vrijmaken voor geestelijke verzorging. De welzijnscomponent lijkt uit het budget te worden weggefilterd.”
Deze waarschuwing liet directeur M.-P. van Mansum van de Federatie CVZ/KVZ donderdag horen tijdens een congres in Rhenen ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van de Protestants-Christelijke Klankbordgroep Ouderenzorg. Dit is een contactgroep van directeuren van verzorgings- en verpleeghuizen met deze ’kleur’. De bijeenkomst was gewijd aan de waarde van de identiteit van de christelijke zorginstellingen.
Medisch ethicus prof. dr. ir. H. Jochemsen stelde dat onder meer het aannamebeleid van personeel van een christelijke instelling belangrijk is voor handhaving van de identiteit. Een geestelijk verzorger van het Leger des Heils merkte op dat het een groot verschil maakt of het personeel de identiteit van een huis onderschrijft of deze slechts respecteert. Van Mansum stelde dat het al veel beter klinkt als het personeel loyaal is ten opzichte van de grondslag van een huis. Hij noemde de Zorggroep Rijnmond als voorbeeld. In deze koepel van protestants-christelijke instellingen voor ouderenzorg in Rotterdam heeft elke instelling haar eigen kleur behouden, ook na de fusie.
Geestelijk verzorger Th. van Staveren van De Koningshof, een huis van de Zorggroep Rijnmond, merkte vervolgens op dat bij deze koepel ook een moslim en een hindoe werken. Dit feit is mede ingegeven door het personeelsgebrek in het westen, maar dat gaat Jochemsen te ver. „Als je mensen aanneemt die geen christelijke levensovertuiging hebben, kun je niet spreken van een christelijk huis. Iemand die geen christelijke levensovertuiging heeft, kan deze ook niet uitstralen.”
Dat ging een aantal mensen in de zaal te ver. Een wetenschapper merkte op dat zijn twee moslimmedewerksters „misschien nog wel christelijker zijn dan ik.” Van Mansum was het er ook niet mee eens. „Een zorginstelling is niet gelijk aan een kerk. Je werkt er niet om te evangeliseren.”
Voorzitter M. J. van Bergeijk van de klankbordgroep concludeerde dat kerken en instellingen te snel afscheid van elkaar hebben genomen. „Veel kerkelijke betrokkenheid komt eerder van de vrijwilligers dan van de kerkelijke bestuurders.”