Tuchtklacht over omstreden chelatietherapie
EINDHOVEN (ANP) – Een 56-jarige man uit Waalre heeft met hulp van de Vereniging tegen de Kwakzalverij een tuchtklacht ingediend tegen een 82-jarige arts die in zijn praktijk in Leende chelatietherapie verzorgt. In het geval van de patiënt uit Waalre werd de omstreden chelatietherapie aangeboden tegen aderverkalking. Voor de werkzaamheid van de infuusbehandeling tegen verstopte aderen bestaat volgens de vereniging geen enkel bewijs.
Kern van de klacht tegen de arts is dat hij de patiënt onvoldoende heeft geïnformeerd over de aard van de behandeling. De man uit Waalre legde het tuchtcollege woensdag uit dat hij niet wist dat chelatietherapie niet onder de reguliere geneeskunde valt.
De arts raakte in de Verenigde Staten onder de indruk van chelatietherapie en biedt die al dertig jaar aan, vertelde hij het tuchtcollege woensdag. Aan patiënten wordt gemeld dat de geneeswijze eigenlijk regulier, maar nog niet erkend is, vertelde hij. De arts erkende dat hét bewijs voor de werking er nog niet is. Wetenschappelijke publicaties worden niet geaccepteerd en onderzoeken verlopen moeizaam. „Maar moeten we daarom afwachten?”, reageerde hij op kritische vragen van het tuchtcollege.
Volgens zijn advocaat is de arts een internationale autoriteit en toonaangevend deskundig op zijn vakgebied. De vereniging spreekt over zelfbenoemde deskundigheid.
De patiënt kwam bij het medisch centrum in Leende terecht omdat hij zich in het ziekenhuis in Eindhoven niet serieus genomen voelde en met alleen medicatie naar huis werd gestuurd. Hij legde uit dat hij 59 urenlange infuusbehandelingen van ten minste 100 euro heeft ondergaan. Bovendien betaalde hij 4500 euro voor voedingsupplementen die veel goedkoper te krijgen zijn bij de reformwinkel. Vorig jaar werd net op tijd ontdekt dat zich nog meer aderverstoppingen hadden ontwikkeld en werd de man in het ziekenhuis geopereerd.
De klager en de vereniging vroegen het tuchtcollege woensdag om de arts uit het register te schrappen. De tuchtrechter doet op 7 juni uitspraak.