Het waterschap wil dat Chemie-Pack de kosten betaalt die het waterschap heeft gemaakt voor het opruimen van het verontreinigde bluswater na de grote brand bij het bedrijf. Om er zeker van te zijn dat die kosten betaald worden, had het waterschap eind januari beslag gelegd op de verzekeringsgelden. Chemie-Pack probeerde daar via een kort geding van af te komen omdat het bedrijf niet meer kan voldoen aan zijn financiële verplichtingen aan onder anderen het personeel.

Chemie-Pack voerde vorige week op de zitting aan dat continuering van het bedrijf van belang is voor maximale uitkering van de bedrijfsverzekering. Het bedrijf ziet de toekomst zonnig in als de komende drie maanden overbrugd kunnen worden. Na die tijd denkt het met minder personeel en lagere kosten op de locatie in Oud-Gastel kostendekkend te kunnen draaien. Chemie-Pack denkt aan uitbreiding van de locatie in Oud-Gastel en wederopbouw van het afgebrande bedrijf op een nieuwe locatie, mogelijk ook in Oud-Gastel.

Het bedrijf moest voor het eind van vorige week aan de rechter laten zien dat het zich in een nijpende financiële situatie bevindt en na verloop van drie maanden echt uitzicht heeft op voortzetting van de werkzaamheden. De rechter oordeelt nu dat de onderneming wel het eerste heeft aangetoond, maar niet het tweede. Met name de uitbreidingsmogelijkheden van de vestiging in Oud-Gastel zijn onvoldoende aannemelijk gemaakt.

De bestuursrechter oordeelde vorige week al dat het waterschap terecht in actie is gekomen door het verontreinigde bluswater op te ruimen en de kosten daarvan aan Chemie-Pack in rekening te brengen.

Het waterschap voorspelt dat de lasten voor de 900.000 burgers en ondernemers in zijn gebied omhoog moeten als de opruimkosten (14 miljoen euro) niet worden vergoed.