’Zorginstellingen moeten zelf toezicht betalen’
De minister van Volksgezondheid kan zorginstellingen zelf het reguliere toezicht door de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) laten betalen. Dit stelt inspecteur-generaal voor de Gezondheidszorg H. Kingma voor in zijn donderdag in Utrecht gepresenteerde jaarrapport 2002. Kingma waarschuwt in zijn inleiding voor hoge verwachtingen van politiek en publiek die de IGZ niet waar kan maken.
Volgens Kingma wordt het veld van zorgaanbieders steeds complexer en nemen de risico’s daardoor toe. Personele schaarste, wachtlijsten hebben gevolgen voor de kwaliteit. Medische ontwikkelingen leiden tot nieuwe therapieën, de toename van allochtonen leidt ook tot nieuwe vormen van behandeling en er zijn steeds meer privé-instellingen, die alleen al door hun kleinschaligheid een groot beslag leggen op de inspectie. Ook de introductie van meer marktwerking en concurrentie in de zorg en nieuwe wetgeving over bijvoorbeeld dwangopnames zorgt volgens Kingma voor meer werk voor de inspectie.
Tegelijkertijd voorziet Kingma dat ook de IGZ niet ontkomt aan de door het kabinet Balkenende II aangekondigde bezuiniging van 10 procent. Omgerekend zou dit betekenen dat hij 35 van de 350 medewerkers moet inleveren.
Ook bij een gelijkblijvend aantal inspecteurs moet de IGZ volgens Kingma prioriteiten stellen. De inspectie wil zich meer toeleggen op privé-instellingen als privéklinieken en particuliere thuisorganisaties. Dat gaat dan ten koste van preventieve controles op ziekenhuizen, huisartsen of bijvoorbeeld het controleren van de hoogte van apothekersbalies.
Instellingen zelf laten betalen voor het algemeen toezicht zou kunnen werken als een keurmerk voor consumenten. Maar het is niet de enige onorthodoxe oplossing die Kingma voorstelt. Zo kijkt hij ook naar mogelijkheden om instellingen eerst kerngegevens aan te laten leveren, deze steekproefsgewijs te controleren en waar nodig zware sancties op te leggen. Verder suggereert hij om net als in Engeland mensen uit de praktijk in te schakelen die onder toezicht van een senior inspecteur controleren. Hoewel er in Nederland altijd de vrees was dat dergelijke inspecteurs zich te veel zouden vereenzelvigen met de te controleren doelgroep, vindt Kingma dit systeem de moeite van het bestuderen waard