Calvinisme vormend voor cultuur
Het calvinisme is vormend geweest voor de Roemeense cultuur. Al vrij snel na de Reformatie kwam het calvinisme naar Roemenië. In de Roemeense geschiedschrijving is deze periode echter altijd onderbelicht gebleven.
Dr. Iosif Ton meldde dit op een woensdag gestart Calvijn-congres in het Roemeense Cluj. Hij is de uitgever van de Roemeense vertaling van de Institutie, die de aanleiding vormt voor het driedaagse congres.
Constantin Asavoaie, directeur van Prison Fellowship Romania, opende het congres, dat door veertig mensen uit verschillende kerken wordt bezocht. Daarna introduceerde Gerrit van Dijk, die de conferentie namens de stichting Hulp Oost-Europa (HOE) mede organiseert, het leven en werk van Calvijn.
In zijn lezing ging dr. Ton woensdag in op de ontwikkelingsgang van het calvinisme in Roemenië. In 1640 werd de Heidelbergse Catechismus vertaald in het Roemeens en in heel Roemenië verspreid. In reactie hierop werd er in 1641 een oosters-orthodoxe synode georganiseerd en een eigen orthodoxe geloofsbelijdenis opgesteld. De oosters-orthodoxe kerken hebben hun officiële geloofsbelijdenis dus indirect te danken aan de Heidelbergse Catechismus. De Contrareformatie wiste in twintig jaar tijd echter alle sporen van de Roemeense gereformeerde kerken uit.
Dr. Ton legde uit waarom de Institutie is vertaald. „In de eerste plaats is de theologie van de Institutie voluit bijbelse theologie. Daarnaast is het ook een monument van de Europese cultuur en heeft het boek invloed gehad op de loop van de Roemeense geschiedenis.”
Drs. A. Baars, docent aan de Theologische Universiteit van de Christelijke Gereformeerde Kerken in Apeldoorn, sprak over de verschillende edities van de Institutie. Hij ging wat dieper in op de vraag naar de structuur van de uiteindelijke editie van 1559. Calvijn zocht zijn leven lang naar een bijbelse structuur omdat hij zich in alles door het gezag van de Schrift wilde laten leiden. Er zijn verschillende theorieën over de opbouw van de Institutie, maar de trinitarische structuur is het meest bepalend, aldus drs. Baars. Daarbij mag niet vergeten worden dat de laatste editie niet uit drie maar uit vier boeken bestaat. Naast de behandeling van God de Vader en onze schepping, God de Zoon en onze verlossing en God de Heilige Geest en onze heiligmaking, komt de soteriologie (leer van de verlossing) uitdrukkelijk aan de orde.
Hoe weten wij dat de Bijbel het Woord van God is? Ds. H. van den Belt, hervormd predikant te Delft, behandelde in zijn lezing het gezag van de Schrift. Door Rome werd het gezag van de Schrift gefundeerd in het gezag van de kerk. Calvijn stelde daar in 1539 het getuigenis van de Heilige Geest tegenover. Hij wilde de zekerheid van het geloof niet funderen in het menselijke gezag. Alleen door dit getuigenis kan de christen zeker weten dat de Schrift Gods Woord is.
Calvijn moest zich ook afschermen tegen de positie van de radicale spiritualisten. Zij stelden het werk van de Geest voor als een nieuwe openbaring. Voor Calvijn was de eenheid van Woord en Geest essentieel. In 1550 kwam er een derde front bij: Calvijn werd geconfronteerd met het ongeloof van de radicale sceptici. Hij legde in 1550 meer nadruk op de argumenten waardoor het gezag van de Schrift kon worden aangetoond. Niet omdat hij dacht dat de ongelovigen daardoor overtuigd zouden kunnen worden, maar vooral om de gelovigen te helpen om de aanvallen op het gezag van de Schrift af te slaan, aldus ds. Van den Belt.
De Franse theoloog prof. P. Wells van de theologische faculteit in Aix en Provence gaf gisteravond een uiteenzetting over de verkiezing. „De verkiezing staat nooit los van de verwerving van de zaligheid door Christus en de toepassing door de Heilige Geest”, aldus prof. Wells. „De lijn van de verkiezing naar de zaligheid loopt altijd via Christus. Hij is niet alleen de spiegel van de verkiezing, maar vanwege Zijn godheid ook de auteur van de verkiezing.”