Dr. De Hart doet onderzoek naar religieuze vernieuwing
In Kerkbreed komt iedere week een persoon aan het woord die een reflectie geeft op een opvallende gebeurtenis of ontwikkeling in het kerkelijk leven. Vandaag: dr. Joep de Hart, senior onderzoeker bij het SCP en per 1 september benoemd tot bijzonder hoogleraar aan de Protestantse Theologische Universiteit te Kampen.
Als bijzonder hoogleraar aan de PThU krijgt hij als taak de kerkelijke visplek in Nederland te peilen. Dr. Joep de Hart: „Net als Jezus moet de kerk af en toe haar vaste stek verlaten.”
Als rooms-katholiek groeide hij op in het overwegend protestantse Kampen. Na jaren keert hij terug naar de stad van zijn jeugd. Per 1 september is dr. Joep de Hart benoemd als bijzonder hoogleraar vanwege de stichting Kerk en Wereld aan de Protestantse Theologische Universiteit (PThU) in Kampen.
Voor één dag in de week gaat dr. De Hart, senior onderzoeker bij het Sociaal en Cultureel Planbureau, zich aan de PThU bezighouden met het doen van onderzoek naar de betekenis van nieuwe en vernieuwende vormen van religie in de Nederlandse samenleving. „Kerken proberen op allerlei manieren in te haken op de veranderde wereld- en geloofsvisie van de moderne Nederlander. Door innovaties in hun aanbod, het zoeken naar nieuwe rituele vormen en initiatieven zoals Alpha-cursussen, digikerken en jongerenfestivals. Ik hoop de relevantie en de betekenis van dit soort dingen te onderzoeken.”
U bent werkzaam als onderzoeker bij het Sociaal en Cultureel Planbureau. Wat kunt u als socioloog betekenen voor de kerk?
„Kerken doen er verstandig aan goed kennis te nemen van de uitkomsten van sociologisch onderzoek. Niet om zich erdoor te laten dicteren, maar om hun visie te confronteren met wat er in de hoofden en harten van gewone Nederlanders omgaat. Iedere visser weet dat je je visplek eerst moet peilen om de diepte van het water, de stroming en de structuur van de bodem vast te stellen. Die zijn mede bepalend voor een succesvolle vangst. Ik zou zeggen: dat geldt ook voor geestelijke vissers.
Veel mensen zijn op zoek naar zingeving. Als kerken deze groep wil bereiken, vraagt dat een grote alertheid en beweeglijkheid van ze. Net als Jezus zullen ze zo af en toe hun vaste plek moeten verlaten.”
Dr. W. M. Dekker stelde vorige week op een congres dat de kerk niet moet gaan leuren met het Evangelie. Volgens hem is het moment gekomen waarop de kerk haar handen van de wereld af moet trekken.
„Dat klinkt mij te defensief en te passief. Ik zou zeggen: de wedstrijd is pas voorbij als het laatste fluitsignaal heeft geklonken. Je gaat een rijke maaltijd van 1400 jaar protestantse traditie toch niet afronden met een glas azijn? Er is in deze individualistische tijd juist een grote behoefte aan gidsen. Moet je die mensen in de kou laten staan? In mijn ogen hebben de kerken hier een belangrijke taak te vervullen.”
Orthodox-gereformeerde kerken staan over het algemeen bekend om hun wereldmijding. Wat is uw advies aan hen?
„Buiten adem achter elke nieuwe trend aan hollen is een heilloze weg die leidt tot identiteitsvervaging. Wereldmijding is een strategie om te overleven, maar wel in de marge van het moderne leven, zonder veel invloed op wat daar gebeurt.
In een samenleving met een grote verscheidenheid geldt als ideaal de pinksterervaring: voor elke groep moet de boodschap verstaanbaar zijn. In veel orthodoxe kerken wordt als het ware onder water gepreekt: het geluid is voor anderen wel hoorbaar, maar wat er precies gezegd wordt, wordt niet verstaan.”
Hoe groot is de invloed van de kerk in Nederland nog op de samenleving?
„Die is in allerlei opzichten nog altijd aanzienlijk. Het kerkelijk leven is bijvoorbeeld een belangrijke schepper van sociaal kapitaal. Binnen gemeenten en parochies ontwikkelen zich persoonlijke banden die aanzetten tot informele hulpverlening, het doen van vrijwilligerswerk en het schenken aan goede doelen.”
Hoe ziet u de toekomst van de kerk in Nederland?
„Uit de ontkerkelijking hier moeten we niet te snel concluderen dat godsdienst zijn tijd heeft gehad. Internationaal of mondiaal gezien is dat klinkklare onzin. Kijk naar veel voormalige Oostbloklanden, naar Azië, Zuid-Amerika en de Verenigde Staten: religie speelt daar nog altijd een grote rol.
Daarbij komt: er is niet alleen sprake van verval. Sommige elementen van het geloof krijgen nog altijd veel steun, bijvoorbeeld: de overtuiging dat bidden helpt, dat wonderen bestaan, dat er een leven na dood is. Behalve de krimp bij de grote, traditionele en meer vrijzinnige kerken, is er ook de stabiliteit en zelfs spectaculaire groei bij andere kerken, zoals de pinkstergemeenten en de evangelische broedergemeenten.”
Wat is uw belangrijkste advies aan kerken in Nederland?
„De kerken zouden godsdienstige veranderingen niet te veel moeten terugvoeren op de vraag: Wat doen wij verkeerd? Voor heel veel zaken die in de kerken spelen, geldt dat ze helemaal niet uniek zijn. Andere maatschappelijke organisaties kampen er eveneens mee, zoals de vakbonden, politieke partijen en natuurorganisaties. Kerken kunnen leren van hoe het er elders toegaat.
Laat de kerk meer oog ontwikkelen voor de religieuze verscheidenheid en dynamiek in het moderne Nederland, waar standaardoplossingen en uniforme strategieën vaak niet goed meer werken. Je kunt gepensioneerde professionals nu eenmaal niet op dezelfde manier proberen te interesseren als plattelandsjongeren of christenmigranten die pas een paar jaar in ons land gevestigd zijn.
Laat de kerken bovenal positief denken en trots zijn op wat ze te bieden hebben.”
Joep de Hart
Johannes Josephus Maria de Hart (1954) is geboren en getogen in Kampen. Hij studeerde psychologie en godsdienstsociologie aan de Radboud Universiteit Nijmegen. In 1989 promoveerde hij op een onderzoek naar de politieke en religieuze ontwikkeling van jongeren. Van 1983 tot 1993 doceerde dr. De Hart cultuur- en godsdienstpsychologie in Nijmegen. Daarna ging hij als senior onderzoeker aan de slag bij het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), waar hij studie doet naar religieuze ontwikkelingen en veranderingen in de moraal.
Dr. De Hart is gehuwd met drs. Anneke Duine en vader van drie kinderen in de leeftijd van 19 tot en met 24 jaar.