Kerk & religie

In Cambridge zindert het van de Reformatie

Cambridge zindert van de Reformatie. Standbeelden van hervormers en puriteinen staan op elke straathoek. Maar het begon met maar drie gesmokkelde boekjes van Luther.

20 April 2011 13:59Gewijzigd op 14 November 2020 14:38
Ranald Macauly. Foto RD
Ranald Macauly. Foto RD

Vlak ten noorden van Cambridge ligt het poldergebied Fenland. Maar die werd pas in de zeventiende eeuw drooggelegd, door de Nederlander Cornelis Vermuyden.

In het begin van de zestiende eeuw waren de ”Fens” nog een drassig gebied dat bij vloed onder water stond. Juist dit was de ideale toegangsweg om binnen te krijgen wat eigenlijk buiten moest blijven.

Kleine schepen voeren bij hoogwater Fenland binnen, lieten zich bij eb droogvallen en sjouwden hun smokkelwaar naar de stad.

Op een dag (of nacht) in 1520 kwam zo een lading van drie vroege werken van Luther Cambridge binnen; het boek over de Babylonische gevangenschap van de kerk, zijn opstel over de vrijheid van een christen en zijn adres aan de Duitse adel.

Nu was Cambridge al vanaf 1209 een universiteitsstad en dus gewend aan nieuwe ideeën. Had Erasmus hier vanaf 1510 ook niet gewerkt aan zijn Griekse Nieuwe Testament, dat een bommetje legde onder de Latijnse Vulgata? Punt was echter dat Luther een bedreiging was voor de hele maatschappij. Het probleem van Erasmus viel nog binnen de academie op te lossen, de kwestie van Luther niet.

Kardinaal Wolsey had blijkbaar zijn hand op de smokkelwaar weten te leggen en beval de vernietiging. Voor de ingang van de trotse Great St. Mary’s Church, het centrum van het kerkelijke en het academische leven, werden de boeken verbrand.

Toch werden enkele delen gered en vielen in handen van Robert Barnes, prior van het augustijnse klooster in de stad.

Barnes hield van wat de Duitser uit Wittenberg opschreef. En hij was niet de enige. In een achterkamer van de herberg The White Horse Inn kwamen Barnes met een groep gelijkgezinden bij elkaar om het roomse bijgeloof te bespreken en te reflecteren op de rechtvaardiging door het geloof. De herberg staat er niet meer, maar op King’s College zit een bordje dat de plek markeert.

Mensen die ervan hoorden, spraken schamper over ”Little Germany”. Maar de kleine Duitsers hadden de tijd mee. Toen Robert Barnes op kerstavond van 1524 zijn eerste echt reformatorische preek hield, hing het volk aan zijn lippen.

Anderen gingen meedoen. Thomas Bilney en Hugh Latimer hadden toegang tot St. Edward’s Church. Dit kleine kerkje werd het centrum van de protestantse prediking. De preekstoel van Latimer staat er nog. Heel klein en makkelijk door twee man te versjouwen. Het is geen pronkstuk, maar wordt toch als kostbaar kleinood bewaard.

Martelaar

Door zich in de prediking bloot te geven, werden ze ook kwetsbaar. De autoriteiten waren nog helemaal niet toe aan zo’n grote omslag. In 1531 werd Thomas Bilney, een van de mannen van Little Germany, daarom op de brandstapel gebracht. Drie jaar na de dood van Patrick Hamilton in Schotland werd Bilney de eerste martelaar in Engeland.

Bilney was in Cambridge vaak gezien op lange wandelingen met Hugh Latimer. Zelf was hij tot bekering gekomen toen hij in de Timotheüsbrief las dat „Jezus Christus in de wereld is gekomen om de zondaren zalig te maken” (en dat de zondaren dat dus niet zelf kunnen), en dit nieuwe inzicht gaf hij door aan Latimer. In 1555 volgde Latimer zijn vriend op de brandstapel.

Zo zat Cambridge vol met knappe jonge mannen die brandden van verlangen om de ontdekkingen van de Reformatie uit te dragen. Sommigen stierven een natuurlijke dood, maar de meesten niet.

Velen van hen waren bijzonder begaafd. Onder hen was niet alleen William Tyndale, wiens vertaalde Bijbelboeken grotendeels voortleven in de King James Version. Daar was bijvoorbeeld ook Nicholas Ridley, die de brieven van Paulus in het Grieks uit zijn hoofd kende. Als studenten van Pembroke College hem langs hun speelveld zagen lopen, wisten ze dat hij aan het repeteren was. Nog steeds is daar een pad met de naam Ridley’s Walk.

In alles was te merken dat er een nieuwe wind waaide. Werden de kapellen op de colleges van de universiteit vroeger gebouwd van oost naar west, met het altaar aan de oostkant, vanaf nu ging dat anders. De kapellen bleven lang en smal, dat wel, maar ze werden opzettelijk van noord naar zuid gebouwd. Elke dag zagen de studenten dat er een nieuwe tijd was aangebroken.

Stof

Gaandeweg kwam er ook meer uitwisseling met broedplaatsen van het nieuwe denken op het continent. Genève was een populaire bestemming. Andersom gebeurde het ook. De reformator van Straatsburg, Martin Bucer, is in 1551 in Cambridge gestorven. Aanvankelijk werd hij begraven in St. Mary the Great. Maar na enkele jaren is hij opgegraven en alsnog verbrand. Later hebben zijn liefhebbers op de markt wat stof verzameld op de plek waar zijn brandstapel had gestaan en dat weer in de kerk begraven. Vandaag de dag herinnert een gedenksteen aan hem.

Cambridge had zijn blikrichting dus wat verlegd, van Luther naar Calvijn. Vanaf 1540 werkte de Reformatie in heel Engeland door en was er geen geheim Little Germany meer nodig. Maar anders zou de club vast en zeker Little Geneva zijn genoemd.

Het calvinisme leidde tot de ontwikkeling van iets waar veel Engelse christenen trots op zijn, namelijk het puritanisme. Zij zien de puriteinen niet als bekrompen, maar als pleitbezorgers van vrijheid en zelfstandigheid. Was het niet Thomas Cartwright die in 1572 op de kansel van St. Mary the Great het bisschopsambt op Bijbelse gronden afkeurde? Terwijl hij zelf door een bisschop was benoemd. Koningin Elizabeth besefte dat dit revolutionair was. De kerk was de hoeksteen van de monarchie. Zonder bisschop zou er ook geen koning zijn.

Van een andere puritein en Bijbelvertaler, Laurence Chaderton, is bekend dat hij in dezelfde kerk steevast twee uur achtereen preekte. Eens –in de wintertijd– moet het zijn gebeurd dat de mensen aan het eind riepen: „No, for God’s sake, go on – ga alstublieft nog door.” Chaderton vroeg niet of de mensen de warmte van de kerk verkozen boven de kilte van de colleges, maar hij ging gewoon nog een poosje door.

Gras

De colleges –waar vanouds studenten zowel als docenten wonen en werken– kennen prachtige binnenhoven. Het gras is er in kaarsrechte banen gemaaid. Aan de muren hangen tientallen beelden van historische figuren. Een goede gids wijst ze aan: de Hollandse humanist Erasmus, de Bijbelvertaler Matthew Parker, en William Pitt, die later de jongste Britse premier werd. Bij elk beeld is een aansprekend verhaal te vertellen.

Veel van de Pilgrim Fathers en andere puriteinen die in Amerika de Nieuwe Wereld schiepen, hadden hun wortels in Cambridge. Van John Harvard, de grondlegger van de beroemde universiteit, is nog altijd een glas-in-loodraam in Emmanuel College. En zo verbaast de argeloze bezoekers zich over de wereldfaam die er van Cambridge is uitgegaan.


Tentoonstelling 400 jaar King Jamesbijbel

Zonder Cambridge zou de King James Version (KJV) van de Bijbel er anders hebben uitgezien. Twee van de zes vertaalcommissies bestonden uit wetenschappers uit Cambridge.

In de bibliotheek van de universiteit loopt tot 18 juni de tentoonstelling ”Great and Manifold Blessings” over de totstandkoming van deze Bijbel 400 jaar geleden.

Het is een kleine tentoonstelling, maar met een schat aan oorspronkelijk materiaal. Allereerst oude edities van de KJV. Sommige in groot formaat, maar ook heel kleine exemplaren. Kennelijk was men toen al in staat Bijbels te maken die nauwelijks groter zijn dan onze schoolbijbels.

Natuurlijk zijn er ook voorbeelden van de talloze slordigheden van drukkers. De eerste editie van de koninklijke drukker Robert Barker is er niet een waar je van op aan kunt. Hij bestond het zelfs om in 1631 in het zevende gebod het woordje ”not” te vergeten, zodat er stond: ”Thou shalt commit adultery – gij zult overspel plegen.” Deze zogenaamde Wicked Bible is heel klein, zodat je bijna over de fout heen zou lezen, maar Barker kreeg er een boete van 300 pond voor, een kapitaal in die tijd.

Andere panelen gaan in de op de algemene overlevering van de Bijbel. En op de vijf oudere vertalingen die ten grondslag lagen aan de KJV.

Even belangwekkend is het schriftje dat de vertaler Lancelot Andrewes gebruikte in zijn stille tijd. Bovenaan staat in gewoon handschrift dat hij die dag nadacht over een tekst uit Numeri. Verder staat de bladzijde vol met Hebreeuwse en Griekse aantekeningen.

www.lib.cam.ac.uk/exhibitions/KJV


De Round Church

Rondwandelend in het oude Cambridge kom je vanzelf een keer bij een kleine ronde kerk. Dat is de Round Church uit 1130.

Wie er binnengaat, loopt de kans in de armen van de enthousiaste leider, Ranald Macauly, te vallen. Deze schoonzoon van de apologeet Francis Schaeffer toont in de kerk de geschiedenis van Cambridge en probeert zo iets van het christelijk geloof over te dragen. Elk jaar krijgt de kerk zo’n 70.000 (meest buitenlandse) bezoekers.

Het is de oudste ronde kerk in Engeland. Voorheen werden kerken in een kruisvorm gebouwd. Maar tijdens de kruistochten hadden de Engelsen in Jeruzalem het lege graf gezien. En dat inspireerde tot een nieuw type kerk. De gemeente zou niet bij het kruis blijven steken, maar zich rond het lege graf in de opstanding verblijden. En dat getuigenis geeft de Round Church in Cambridge al bijna 900 jaar.

Macauly en zijn team geven ook (kerk)historische rondleidingen door de stad. Hun motto is: ”Herontdekken van het verleden; uitdagen van het heden; en vormen van de toekomst”. In dit licht staan ook de zomerscholen, voor alle soorten groepen, variërend van zakenlieden tot schoolkinderen.

www.christianheritageuk.org.uk

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer