De vijf behoren tot een groep van in totaal 21 Oeigoeren die na de aanslagen van 11 september 2001 in de Verenigde Staten in Guantanamo werden opgesloten. Ze zijn onder de regeringen van de presidenten George Bush en Barack Obama vrijgesproken van terroristische activiteiten, maar moeten desondanks in het gevangenenkamp blijven.

De Oeigoeren, een minderheidsgroep die vooral in China leeft, werden in 2001 in Afghanistan opgepakt. Volgens China behoren ze tot een terroristische afscheidingsbeweging, de Bevrijdingsbeweging van Oost-Turkestan. In China dreigen ze de doodstraf te krijgen, reden voor de VS om de Oeigoeren niet aan dat land uit te leveren.

Palau heeft aangeboden de Oeigoeren op te vangen, maar de mannen willen niet verhuizen naar het Pacifische eiland. De Oeigoeren hadden een zaak aangespannen in de hoop zich in de Verenigde Staten te mogen vestigen. Het hooggerechtshof stelt echter dat het aanbod van Palau „passend” is en de Oeigoeren daar gebruik van moeten maken als ze weg willen uit Guantanamo.

Eerder kozen zes Oeigoeren er wel voor om naar Palau te vertrekken. Daarnaast mochten twee Oeigoeren naar Zwitserland en drie naar Georgië.

Obama beloofde bij zijn aantreden Guantanamo Bay voor januari 2010 te sluiten. Dat is hem echter niet gelukt, omdat de gevangenen niet elders kunnen worden opgevangen. Momenteel zitten er nog 172 mensen gevangen in het kamp. Iets minder dan honderd van hen mogen in de toekomst terug naar huis. Voor 33 anderen zijn er plannen gemaakt om hen te vervolgen. De regering wil de overige 48 gevangenen zonder rechtszaak voor onbepaalde tijd vasthouden. Waar zij zullen worden opgesloten, is nog onduidelijk.