Opinie

Belastingplannen van kabinet: veel aanpassingen, weinig visie

De belastingplannen van het kabinet bevatten veel maatregelen, maar ontberen een samenhangende visie. Voor een echt grondige herziening van het fiscale stelsel is meer onderzoek en discussie nodig, betoogt prof. mr. G. T. K. Meussen.

18 April 2011 13:50Gewijzigd op 14 November 2020 14:35
Foto ANP
Foto ANP

Staatssecretaris Weekers van Financiën presenteerde donderdag zijn fiscale agenda. Deze fiscale beleidsnotitie staat in het teken van een eenvoudiger, meer solide en fraudebestendig belastingstelsel. De agenda is het begin van een discussie met de Tweede Kamer en de samenleving. Tegelijk gaat het denken over verdere vereenvoudigingen volgens het kabinet verder.

Bij een slanke overheid past volgens het kabinet een belastingstelsel dat lean-and-mean is. Dit betekent ook dat het kabinet afstand neemt van het instrumentalisme. Daarmee wordt bedoeld dat het belastingstelsel niet langer mag worden gebruikt voor allerhande nevendoelstellingen zoals inkomensherverdeling, het stimuleren van gewenste ontwikkelingen, het ontmoedigen van ongewenst gedrag en het inzetten op vergroening van het belastingstelsel.

Een eenvoudiger belastingstelsel klinkt mooi, maar getuigt mijns inziens van weinig realiteitszin. Nog onlangs heeft het kabinet gepoogd de partnerregeling in het belastingrecht te stroomlijnen, hetgeen heeft geresulteerd in vier verschillende partnerbegrippen in vier afzonderlijke belastingwetten. Eenvoud staat bovendien vaak op gespannen voet met rechtvaardigheid en het draagkrachtbeginsel.

Het kabinet zet in op een verdere verschuiving van de belastingheffing van directe naar indirecte belastingen. Dit betekent een verlaging van de tarieven van de inkomsten- en vennootschapsbelasting en een verhoging van het btw-tarief. In dat kader zou een eerste concrete stap volgens het kabinet moeten zijn een verhoging van het verlaagde btw-tarief met 2 procent naar 8 procent, wat inmiddels al tot scherpe kritiek uit de horecabranche heeft geleid.

Op termijn zou dit moeten leiden tot één uniform btw-tarief dan wel een situatie waarbij het lage tarief alleen nog geldt voor voedingsmiddelen. De tarieven in de inkomstenbelasting in box 1 zouden dan kunnen worden verlaagd tot 30, 40 en 50 procent (in vergelijking met de huidige tarieven van 33, 42 en 52 procent) en het toptarief in de vennootschapsbelasting van 25 naar 24 procent. Met name ten aanzien van de wijzigingen in het btw-tarief kan een kritische discussie met de Kamer worden verwacht in verband met de daaruit voortkomende koopkrachtplaatjes.

Voor de vennootschapsbelasting worden twee grote wijzigingen voorgesteld, te weten de invoering van een renteaftrekbeperking voor de zogenoemde overnameholdings en de introductie van een objectvrijstelling voor zogeheten buitenlandse vaste inrichtingen. Winsten van buitenlandse inrichtingen waren al vrijgesteld, dit betekent evenwel dat verliezen van buitenlandse vaste inrichtingen evenmin nog aftrekbaar zullen zijn. Deze laatste maatregel is ook al door voorgaande kabinetten bepleit, maar steeds gestuit op massief verzet uit het bedrijfsleven.

Ook overweegt het kabinet een aantal kleinere belastingen af te schaffen, zoals de door bijna niemand begrepen verpakkingenbelasting.

Binnen de inkomstenbelasting streeft het kabinet naar minder aftrekposten. Dit zorgt voor vereenvoudiging en lagere tarieven. Volgens het kabinet zou het mes moeten worden gezet in de vele heffingskortingen. Een van de specifieke thema’s in dit verband is de wens van het kabinet om het fiscale regime rond de kindregelingen te vereenvoudigen en het belastingstelsel meer te richten op het bevorderen van de arbeidsparticipatie. Deze laatste maatregel wordt in de notitie echter nog niet uitgewerkt.

Ook noemt het kabinet diverse maatregelen die met name fraude op het terrein van de toeslagen moeten tegengaan. Hoe dit in de toekomst met de aangekondigde personeelsreductie bij de Belastingdienst feitelijk moet worden gerealiseerd, is mij een raadsel.

De fiscale agenda bevat géén blauwdruk voor een nieuw fiscaal stelsel. Het is een beleidsvisie op de toekomst van het Nederlandse belastingstelsel. Hetgeen ik hiervoor heb weergegeven geeft aan dat het hierbij gaat om een grote verzameling van kleine en grotere fiscale maatregelen. Dat is wat mij betreft ook het meest fundamentele punt van kritiek.

Als we het Nederlandse belastingstelsel werkelijk fundamenteel zouden willen aanpakken en moderniseren, dan zou heel het Nederlandse belastingstelsel aan een diepgaand en fundamenteel wetenschappelijk onderzoek moeten worden onderworpen – zoals dat op dit moment door het Verenigd Koninkrijk met de zogenaamde ”Mirrlees review” gebeurt. Daarna zou er dan een intensieve discussie met samenleving en politiek moeten plaatsvinden om zo veel mogelijk draagvlak voor een nieuw belastingstelsel te creëren op basis van een langetermijnvisie. Maar dit vereist ook dat het huidige kabinet-Rutte over zijn eigen kabinetsperiode heen kijkt, en dat is in de huidige politieke context kennelijk een brug te ver.

De auteur is als hoogleraar belastingrecht verbonden aan de Radboud Universiteit Nijmegen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer