Assad: Noodtoestand volgende week opgeheven
DAMASCUS (ANP/RTR/EFE) – De nieuwe Syrische regering moet komende week de noodtoestand, die al bijna vijftig jaar in het land van kracht is, opheffen. Dat zei de Syrische president Bashar al-Assad zaterdag in een toespraak tot zijn kabinet. Hij waarschuwde wel dat er nieuwe wetgeving komt, die hard zal zijn voor saboteurs. De toespraak werd rechtstreeks uitgezonden op de Syrische staatstelevisie.
Assad erkende in zijn toespraak dat er een kloof bestaat tussen de regering en het volk. Die moet volgens hem worden overbrugd. Daarom moet er, zij het niet overhaast, een pakket hervormingen komen, die demonstraties tegen de regering overbodig zullen maken. Hij liet weten bedroefd te zijn over de doden en gewonden die bij demonstraties zijn gevallen.
De 45-jarige Assad zei tegen zijn ministers dat er snel meer moet gebeuren om aan de verwachtingen van het Syrische volk te voldoen, ook al wordt dat door de internationale economische crisis bemoeilijkt. Hij beklemtoonde dat er over de eisen van de betogers moet worden overlegd met vakbonden.
Het land wordt nog steeds „bedreigd door een samenzwering” en moet daarom „het binnenlandse front” door middel van hervormingen sterker maken. Assad heeft eerder gezegd dat de golf protesten het werk zijn van samenzweerders die verdeeldheid onder de Syriërs willen zaaien. De clan van Assad bestaat voor een belangrijk deel uit leden van een islamitische sekte, de alawieten, die een kleine minderheid in het soennitische Syrië vormen. De familie Assad is aan de macht sinds Assads vader, Hafez al-Assad, eind 1970 de macht greep. Hij was in 1966 minister van Defensie geworden.
De regering in Syrië heeft minder macht dan in veel landen gebruikelijk is, want Assad en zijn entourage domineren de staatsinstellingen. Er zijn al een maand betogingen tegen zijn regime, ondanks uiterst hard optreden van het veiligheidsapparaat tegen alle vormen van oppositie. Vrijdag waren tienduizenden mensen op de been in verscheidene steden om tegen het regime te betogen en vrijheid te eisen.