Kerk & religie

Symposium: Bij Pascal raakt geloof wetenschap

VEENENDAAL – Bij het Franse wiskundige genie Blaise Pascal waren wetenschap en geloof strikt gescheiden, al raakten ze elkaar soms wel. „Pascal geeft God geen plaats in zijn wiskunde”, aldus Klaas van Harn woensdagavond op het eerste symposium van de stichting Wiskunde en Geloof in het Ichthuscollege in Veenendaal.

14 April 2011 10:22Gewijzigd op 14 November 2020 14:32

In zijn beroemde ”Pensées” grossiert Pascal in puntige uitspraken, zo bleek. Om een ervan –„wiskunde is de hoogste oefening van de geest, maar tevens volstrekt nutteloos”– konden de aanwezige wiskundigen wel lachen, maar dan als een boer met kiespijn. Van Harn, docent kansberekening aan de Vrije Universiteit, ging na die uitsmijter algauw de diepte in. Volgens hem heeft het geloof van Pascal nauwelijks invloed gehad op zijn wiskundig bezig zijn. „Wat het voorwerp is van mijn geloof kan nooit voorwerp zijn voor mijn verstand”, aldus Pascal.

Pascal vermengde wiskunde en geloof dus niet, betoogde Van Harn. Hij hield de eigenheid van beide domeinen intact. Waar beide elkaar raken, zag Pascal een rol weggelegd voor de filosofie.

Van Harn wil de visie van Pascal omschrijven onder het begrip ”consonantie” (harmonie). Hij ontleende dat aan prof. dr. G. van de Brink, die daarmee wil aangeven dat het geloof andere ervaringen kent dan de wetenschap. „Waar wetenschap en geloof elkaar raken, moet sprake zijn van harmonie. En dat was bij Pascal het geval.”

De Fransman had bij voorbeeld geen moeite met het begrip ”toeval”. Hij relateerde dat niet aan Gods voorzienigheid. Volgens de VU-docent is dat verklaarbaar. „Als je een dobbelsteen gooit en je weet de werphoek en de afstand die hij aflegt, kun je berekenen op welke zijde hij neerkomt. Pascal doet alsof toeval daarbij een rol speelt. Dat maakte voor hem de kansberekening op een worp eenvoudiger.”

Pascal was een van de eerste wiskundigen die zich weinig gelegen lieten liggen aan de autoriteit van Aristoteles. Zijn tijdgenoot Descartes was nog van het oude stempel en vond dat ”de natuur” fout was als die niet overeenkwam met zijn theorie. Zo niet Pascal. Hij leverde volgens de VU-docent nette bewijzen voor zijn wiskundige stellingen. „Voordat ik mijn eerstejaars zo ver heb, ben ik een paar maanden verder.”

Van Harn kan in Pascal geen grondlegger van de moderne kansberekening zien. „Hoogstens was hij er een beginpunt van.”

Als gelovige had het wiskundig genie zijn worstelingen. In zijn ”Pensées” omschrijft Pascal die. „Het hart kent zijn redenen die de rede niet kent, en andersom. De aansluiting van die twee levert nu nog conflicten op, maar is tevens een voorbode van een allesomvattende harmonie in Gods Koninkrijk.”

www.wiskundeengeloof.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer