De kerkenraad van een gereformeerde kerk moet ook binnen de PKN bevoegd blijven om de gemeente met behoud van bezittingen los te maken van die verenigde kerk. Met dat advies aan de gereformeerde synode traden de gereformeerde deputaten appèlzaken, het hoogste interne rechtsorgaan, vorige week naar buiten. Deputaten geven daarmee de 22 gereformeerde kerkenraden gelijk die bezwaar hadden ingediend tegen eerdere besluiten van de gereformeerde synode. Die synode besloot in juni vorig jaar dat gereformeerde kerken dit recht op uittreding (na een overgangsperiode) moeten opgeven wanneer ze deel gaan uitmaken van de Protestantse Kerk in Nederland.

De gereformeerde synode neemt op 11 juni een besluit over de vraag of zij het advies van deputaten appèlzaken overneemt.

Gisteren had een gesprek plaats tussen de commissie van preadvies -die de synode zal adviseren welk besluit ze het best kan nemen- en de 22 bezwaarde kerkenraden. Desgevraagd noemt ds. D. Westerneng, voorzitter van het Confessioneel Gereformeerd Beraad, het onderhoud „vooral informatief.” Niet duidelijk werd wat het standpunt van de commissie is. Pas volgende week rapporteert deze aan de synode. Wel heeft de commissie de bezwaarden toegezegd dat met hen overleg zal zijn tijdens de synodevergadering, nadat het moderamen een conceptbesluit inzake het recht van uittreding zal hebben genomen.

Ds. C. B. Elsinga, een van de bezwaarde gereformeerde predikanten, zegt in een reactie dat er respect moet zijn voor het recht om uit treden dat gereformeerde kerken altijd hebben gehad. „Als we binnen de PKN niet iets eigens mogen hebben op dit punt, houdt het voor ons wel een keer op.”

Overigens hebben de appèllerende kerken dinsdag nog eens „duidelijk uitsproken dat ze voor Samen op Weg zijn en dat ze er alles aan willen doen om de fusie rond te krijgen”, benadrukt CGB-voorzitter ds. Westerneng.