Volgens het IMF hebben rijke landen in 2016 gemiddeld een schuld die groter is dan de omvang van de eigen economie. De schuldenberg is daarmee over vijf jaar nog altijd een derde groter dan voor de recessie, in 2007.

Om de schuldenlast terug te dringen tot een houdbaar niveau, ongeveer 60 procent van het bruto binnenlands product (bbp), moeten westerse landen fors snijden in de kosten van gezondheidszorg en pensioenen, stelt het IMF. Door de vergrijzing drukken die uitgaven de komende decennia steeds zwaarder op de begrotingen van overheden.

Het probleem is vooral nijpend in de Verenigde Staten en Japan. De twee grootste rijke economieën maken nog weinig haast met het wegwerken van hun tekorten en schulden, concludeert het IMF. De staatsschuld van de VS loopt daardoor in 2016 op tot circa 112 procent van het Amerikaanse bbp, tegen 103 procent in 2011. De Japanse staatsschuld spant internationaal de kroon. Die is over vijf jaar naar verwachting tweeënhalf keer groter dan de Japanse economie.

Ook in Nederland is de staatsschuld in 2016 nog altijd aanmerkelijk hoger dan in 2007. Met naar schatting 64,4 procent van het bbp ligt de schuld in dat jaar echter veel lager dan het gemiddelde van alle rijke landen (107 procent van het bbp).