De overeenkomst tussen de Koran en de Bijbel is namelijk minimaal, aldus Jansen in een tweeluik over religieus geweld in het gezinsblad. „Er zijn een paar oudtestamentische Bijbelverhalen die in de Koran worden naverteld. Maar vaak zijn het slechts vier of vijf regels die letterlijk hetzelfde zijn. Alleen de geschiedenis over Jozef heeft iets meer overlap, maar dat heeft weinig of niets te betekenen.”

Volgens Jansen is de Koran een heel ander genre dan de Bijbel. „In de Koran gaat het om bedreiging en belofte, zoals de moslims dat noemen. De dingen die wij nu juist zo diepzinnig in de Bijbel terugvinden, staan niet in de Koran.

Christus wordt genoemd, maar niet dat Hij gestorven is en dat Hij is opgestaan. Wat betekent Christus dan? In feite niets.”

Als moslims zelf wijzen op de overeenkomsten tussen Bijbel en Koran strooien ze christenen zand in de ogen, vindt Jansen. „We worden dan gewoon voor de gek gehouden. Dat mag ook, want het gebeurt vanuit hun optiek uit nobele motieven. Ze willen ons in de hemel hebben. Ik heb daar alle sympathie voor. Maar een dialoog kun je het niet noemen.”

De arabist zegt dat het opmerkelijk is dat moslims precies weten wat volgens de Koran het christendom is, terwijl christenen helemaal geen theorie hebben over de islam. „Wij, christenen, denken daar allemaal verschillend over.”

Volgens Jansen is geweld onlosmakelijk verbonden met de Koran, hoewel dat niet wil zeggen dat alle moslims voor het plegen van geweld zijn. „Niet iedere moslim hoeft geweld te plegen, net zo min als iedere rooms-katholiek monnik hoeft te worden. Niet iedereen moet jihadstrijder worden, maar er moeten wel jihadstrijders zijn.”

Moslims distantiëren zich echter niet van geweld, stelt de arabist. „En dat is ook niet zo gek, want er zijn volgens sommige tellingen wel 164 teksten in de Koran die oproepen tot het bedrijven van geweld en het voeren van oorlog. (…) Kijk maar naar wat Mohammed heeft gedaan. Die voerde oorlog. In Irak zeggen moslims nu openlijk: „Na de zaterdag de zondag!” Dat betekent: na de Joden de christenen eruit!”

Wetenschappers die kritisch naar de islam kijken, gebruiken soms schuilnamen. Jansen, die getuige-deskundige is in het proces tegen PVV-leider Wilders, doet dit niet. „Op straat wordt er wel eens „Hé racist!” tegen me geroepen. Ik kan me voorstellen dat mensen enigszins voorzichtig worden.”