De verblijfsduur kan op die manier met tientallen procenten worden verkort. Doordat bedden eerder vrijkomen, kunnen veel meer andere patiënten worden behandeld.

Dat schrijft het College voor de Ziekenhuisvoorzieningen in een rapport over de verpleegduur in ziekenhuizen. Volgens het bouwcollege is het niet nodig om het landelijk aantal beschikbare ziekenhuisbedden uit te breiden. Dat zou nodig zijn om het stijgende aantal patiënten op te vangen. Door de vergrijzing van de bevolking is meer ziekenhuiszorg nodig in de toekomst.

Ziekenhuizen zelf en het ministerie van Volksgezondheid gaan in de plannen echter uit van een daling van het aantal beschikbare bedden. In 2015 zouden dat ongeveer twee in plaats van de huidige drie bedden per 1000 inwoners moeten zijn. Het bouwcollege wilde weten of daardoor knelpunten ontstaan.

Het toenemende aantal ziekenhuispatiënten is echter goeddeels op te vangen als mensen eerder worden ontslagen of doorstromen naar een andere afdeling of een verpleeghuis voor verdere verzorging. Uiteindelijk moet de gemiddelde verpleegduur kunnen afnemen van 8,1 in 2001 naar 5,9 of 6,7 dagen in 2015.

Het ziekenhuis moet dan wel organisatorische maatregelen nemen, volgens de best mogelijke methode behandelen en tijdig afspraken maken met bijvoorbeeld verpleeghuizen. Minder patiënten zullen daardoor in de ’verkeerde’ bedden in het ziekenhuis liggen. Uit een eerder onderzoek bleek al dat de verblijfsduur in Nederland gemiddeld veel langer is dan in andere westerse landen.

Het bouwcollege onderzocht in een groot aantal ziekenhuizen de specialismen orthopedie en neurologie en patiënten die een hartinfarct hadden gehad. Bij de twee specialismen kan 30 procent van het aantal bezette bedden eerder worden vrijgemaakt. Voor de diagnose hartinfarct was dat 25 procent.