Kerk & religie

„Inhoud telt, niet de uiterlijke vorm”

Hoe bewegen we tieners? was de vraag die workshopleider Corné Platschorre zijn publiek maandag voorlegde. Zijn antwoord: „We moeten Belgen worden. Nog beter: dubbele Belgen.”

Kerkredactie
3 June 2003 10:44Gewijzigd op 14 November 2020 00:21Leestijd 5 minuten
AMERSFOORT - „Hoe bewegen we tieners? We moeten Belgen worden. Nog beter: dubbele Belgen”, zei workshopleider Corné Platschorre maandag op de studiedag ”Dromen van jongeren in de kerk” in Amersfoort. - Foto RD,(Anton(Dommerholt
AMERSFOORT - „Hoe bewegen we tieners? We moeten Belgen worden. Nog beter: dubbele Belgen”, zei workshopleider Corné Platschorre maandag op de studiedag ”Dromen van jongeren in de kerk” in Amersfoort. - Foto RD,(Anton(Dommerholt

„Ons jongerenwerk”, zei Platschorre, „zal zich moeten kenmerken door bewogenheid, echtheid, liefde en gehoorzaamheid -kortom, door Belg. En als het even kan, ook door blijdschap, eenheid, liefde en geloof.”

Hoofdsprekers op de door Agapè Gemeentegroei belegde studiedag in Amersfoort waren ds. J. Eschbach en Marcel Gaasenbeek. Zo’n 75 voorgangers, jeugdwerkers en andere belangstellenden woonden de bijeenkomst bij. Thema was ”Dromen van jongeren in de kerk”.

Gaasenbeek, werkzaam bij de EO en grondlegger van de inmiddels 22 jeugdkerken in Nederland, zei ervan overtuigd te zijn „dat bloeiend jongerenwerk in elk geval kán. Omdat, lees ik in Efeze 1, Jezus aan de rechterhand van Zijn Vader zit. Hem is alle macht, kracht en heerlijkheid. Alles is onder Hem gesteld. Dus: het kan.”

Het probleem bij veel jongeren is, zei hij, „dat het geloof voor hen vaak niet meer is dan een theorietje, met veel wetten en regeltjes. Ze weten niet dat het zo veel méér is. Dáár ligt dan ook een belangrijke taak voor ons. Wij moeten ze iets gaan bieden.”

Daarbij dienen we ons ervan bewust zijn dat er nog meer partijen in hun leven zijn, waarschuwde Gaasenbeek, die vertelde tot zijn 24e als „een wilde heiden” te hebben geleefd: „De ouders, het onderwijs - dat hun verkeerde principes aanleert: opkomen voor jezelf bijvoorbeeld. Nog een partij: de duivel. Hij verleidt, via seks, macht en geld. Laten we daarom goed beseffen dat als onze jongeren alleen op zondag iets over het geloof te horen krijgen, ze de overige 98 procent van hun tijd bloot staan aan de verkeerde stimulansen uit hun omgeving.”

Jongeren vormen een opgejaagd stuk wild, aldus de EO-medewerker. „Daar moeten we op inspelen. Met ze meedenken, ervoor zorgen dat ze het wat rustiger krijgen. God heeft ze iets te bieden: het Evangelie, een relatie, Zijn hulp. En: Hij geeft ons ook nog elkaar.”

Wat er van ons wordt verlangd, stelde hij, „is in de eerste plaats: bidden. In de tweede plaats: geloven dat God ons gebed verhoort. Drie: Ga geloven dat de Heilige Geest u tegemoet komt. Experimenteer daarom met dingen. „Dat leidt tot excessen”, zult u zeggen. Nee, als u erom bidt, gebeurt dat niet. Vier: Durf er een andere bijbelvertaling bij te halen. Vijf: Bied relaties. Hebt u zelf geen tijd, creëer dan omstandigheden waar jongeren elkaar kunnen ontmoeten: het hele jeugdkerkprincipe. Zorg er ook voor dat elke jongere een oudere coach krijgt. Zes: Geef ze de nodige credit, heb begrip voor ze. Zeven: Wees moedig.”

Hoe kan mijn gemeente een plek zijn waar de warme liefde van Jezus ervaren kan worden, door ouderen en jongeren? vroeg ds. J. Eschbach. „Hoe bereiken we de volgende generatie? Met die vraag worstelen niet alleen de traditionele kerken, maar inmiddels ook veel evangelische gemeenten. In elk geval: laten we onze jongeren niet verhinderen. Want dat neemt Jezus ons, zo blijkt uit Markus 10, zeer kwalijk.”

Als voorbeelden van blunders in het kerkelijk jeugd- en jongerenwerk noemde de directeur van het Evangelisch Werkverband, „de kracht van het Evangelie wegvertalen, zoals het blad Kind en Zondag dat bijvoorbeeld doet.” Van een „kerkelijke soos” toonde hij zich evenmin een voorstander. „Worden ze in de kerk lazarus.”

Nog een blunder: „Jongeren en kinderen doodzwijgen in de eredienst. En zeg niet: Ik heb de gaven niet. Zoek dan naar mensen die die gaven wel hebben.” Nog één: „Cultuur en boodschap verwarren. Zo van: Wij willen dat onze jongeren van kerkorgelmuziek houden. Of van praisemuziek. Het gaat niet om de uiterlijke vormen, het gaat om de inhoud. Evangelisch Nederland: Verheerlijk je eigen praisemuziek niet. Veel jongeren zijn die spuugzat. Nederlands Dagblad: Stop je paginagrote artikelen tegen de jeugdkerken. Reformatorisch Dagblad: Stop met het tekeergaan tegen de EO-jongerendag.”

De hervormde predikant adviseerde de aanwezigen „altijd uit te gaan van de gegeven situatie in je gemeente. Als je niet bereid bent die te accepteren, ben je niet geschikt iets te veranderen. Durf te beginnen waar je bent. Wat zijn je sterke kanten als gemeente?”

Hij wees op de jongerenkerk in zijn woonplaats, Amersfoort. „God beweegt in de jongerenkerken. In Zwolle verslaan ze hun duizenden. Ook in Amersfoort gebeuren geweldige dingen. Tegelijk zeg ik: jeugdkerken mogen geen zoethoudertjes worden, geen alternatieven voor de gevestigde kerken. We moeten bruggen bouwen. Doel is uiteindelijk: buitenkerkelijke jongelui toegewijde discipelen van Jezus Christus te maken.”

Toch blijft het mysterieus, merkte iemand op tijdens Platschorres workshop. „Hoe komt het toch dat we soms denken dat we het voor elkaar hebben en alles stort dan in elkaar, terwijl er omgekeerd soms ineens een bloeiend jeugdwerk is? Speelt hier toch niet de calvinistische notie dat God soeverein is?”

Platschorre: „Het blijft mysterieus, inderdaad. Ook een jeugdkerk, met soms wel 1000, 2000 jongeren, kan zo weer ineen knallen. Ik geloof ook niet in programma’s. Wel in innerlijke motivatie. En als de motivatie er is, zijn er ook de middelen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer