„Luisteren vormt kern pastoraal gesprek”
AMERSFOORT – „Hoe gaat het met u?” Het is een pastorale vraag bij uitstek, zei ds. R. S. E. Vissinga op de Landelijke Pastorale Dag, die de Protestantse Kerk in Nederland zaterdag belegde. „Het is geen vraag waarop een antwoord mag komen als: „Ja, goed hoor, en met u?” De vraag vergt openheid voor de ander.”
De eerste Landelijke Pastorale Dag, georganiseerd door het Protestants Centrum voor Toerusting en Educatie, was met zo’n 500 deelnemers een succes.
Bezoekers beluisterden eerst een lezing van ds. Vissinga in de rooms-katholieke Sint-Ansfriduskerk en konden vervolgens kiezen uit ruim dertig workshops in het Johan van Oldenbarneveltgymnasium. Gemeenten uit het hele land vaardigden soms meerdere kerkenraadsleden of pastorale medewerkers af om zo veel mogelijk kennis op te doen.
Valkuil
In een goed pastoraal gesprek heeft het luisteren een grote plaats, aldus ds. Vissinga, eindredacteur van het Ouderlingenblad. Het debat aangaan of het gesprek kapen door eigen ervaringen naast andermans verhaal te leggen, kunnen valkuilen zijn. Ook wie over geloof, God of kerk spreekt in algemene bewoordingen, geeft mensen de mogelijkheid om zich schuil te houden.
Ds. Vissinga deed enkele suggesties om het pastoraat volgens nieuwe lijnen op te zetten. Want het traditionele pastoraat met regulier huisbezoek voldoet volgens hem niet altijd meer. „Als we van oude pastorale modellen durven af te stappen, ontstaat er ruimte voor de vraag wat kan in onze situatie.”
Hij laat de manier en de frequentie van contact afhangen van de wensen van de gemeenteleden. Pastorale werkgroepen bezoeken de leden voornamelijk in groepen, zoals rond een boek, een maaltijd of met een wandeling. Individueel contact kan eens in de drie jaar plaatshebben, „want veel gemeenteleden willen niet meer elk jaar worden bezocht.”
Nevenfuncties
Gemeenteadviseur J. R. Boer uit Putten leidde een workshop over de vraag hoe kerkelijke pastoraal medewerkers het volhouden. Die vraag is niet uit de lucht gegrepen. Veel bezoekers geven aan erg veel te moeten vergaderen of veel nevenfuncties te hebben naast het pastorale werk. Ze doen het bezoekwerk al jaren, soms mede omdat een opvolger ontbreekt. Daarbij hebben ze nog hun baan en kunnen er persoonlijke zorgen rijzen die invloed hebben op het verlenen van pastorale zorg.
Boer bracht met de bezoekers positieve ervaringen die de draagkracht vergroten en negatieve factoren die de draaglast verzwaren in kaart. Ten slotte vroeg hij aanwezigen om terug te denken aan een liedregel of Bijbeltekst die voor hen veel betekent in het pastoraal contact.
Ervaring
Ds. W. M. Dekker, predikant van de hervormde gemeente in Mastenbroek, nuanceerde in een workshop ”Veranderend geloven in deze tijd” de stelling van ds. Vissinga om eigen verhalen niet in te brengen in het pastoraat. Een persoonlijke ervaring van de pastoraal medewerker kan volgens hem een gesprek op gang helpen. „We zeggen niet: zo staat het in de Bijbel. Maar je kunt wel zeggen: als pastor heb ik ook zoiets meegemaakt en ik duid het zo. Kun je hier wat mee?”
De predikant onderscheidt diverse ervaringen die in pastorale gesprekken kunnen terugkomen. De hoogste trap is de persoonlijke geloofservaring. „Zo’n ervaring vergt een keuze en een inwijding in de religieuze traditie. Als iemand uitspreekt door God gewild te zijn in Christus, is dat een geloofservaring.”
De meeste workshopbezoekers voelen zich vaker reisgenoot dan gids, laten ze weten. De pastoraal medewerkers zien zichzelf als zoekers, ervaren een gemis aan Bijbelkennis en vinden het moeilijk om de Bijbel op een goede manier met het dagelijks leven te verbinden.
De meesten zijn opgelucht dat ze de als knellend ervaren gezagsstructuur en regels van de kerk achter zich hebben gelaten, maar erkennen dat ze nog niet zijn toegekomen aan de laag eronder, de persoonlijke geloofservaring.
Spiegelen
De pastor heeft sinds de jaren 1960 een spiegelende houding aangenomen, waarbij hij teruggeeft wat gezegd wordt, stelt ds. Dekker. Hij ziet meer in een „iets directievere” houding. „Anders kom je nooit tot die geloofservaring. Het beeld van een gids sluit daarbij aan. Hij heeft de weg al eens gelopen, maar loopt die opnieuw mee.”