Harderwijk sloopt woning stadsjutter
HARDERWIJK – Met de sloop van het voormalige pand van de zelfbenoemde ‘stadsjutter van Harderwijk’ komt er een einde aan een zeer brandgevaarlijke situatie in de binnenstad. De gemeente hoopt hiermee een zich jarenlang voortslepend hoofdpijndossier te hebben gesloten.
Metershoog stonden de spullen maandag nog opgestapeld in de woning aan de Heeraaltszstraat in Harderwijk. Fietsen, plantenbakken, houten platen; een bonte verzameling van de stadsjutter van de stad. En dat terwijl het pand, dat al eerder was gesloten op last van de burgemeester, inmiddels leeg had moeten zijn.
„Het enige wat ontbreekt, is een ontstekingsbron om een eventuele brand onbeheersbaar te maken met een verhoogd risico voor de omwonenden”, schreef de brandweer over de situatie in een door deze krant opgevraagd rapport.
Het risico op brand werd volgens het rapport nog eens verhoogd, doordat er vermoedelijk in het pand werd geklust. Daarnaast stond de achtergevel op instorten, wat gevaar zou opleveren voor de brandweer als er geblust zou moeten worden. Bij een eventuele brand zouden brandweerlieden bovendien het pand met zijn zwakke vloeren niet mogen betreden. Ook lagen er dakpannen los, wat gevaar opleverde voor voorbijgangers.
Mede op basis van dit rapport gaf het college van burgemeester en wethouders deze week groen licht voor de sloop van het pand.
Het gemeentebestuur van Harderwijk zat jarenlang met de verzamelwoede van stadsjutter J. Besselsen in zijn maag. In 1986 vond op last van de gemeente de eerste opruimactie plaats. Het was andermaal raak in 2000. Omdat de jutter zelf weigerde zijn metershoge stapels te decimeren, kwam er in dat jaar zelfs een kraan aan te pas waarmee de spullen uit de tuin werden getild. Acht jaar later werd eenzelfde actie uitgevoerd, maar daarbij verliet ook de jutter zijn woning. Hij kreeg een huurwoning door de gemeente aangeboden in de Stadsweiden en verkocht zijn pand aan de gemeente. De lege woning werd vergrendeld.
Die vergrendeling maakte geen einde aan de gevaarlijke situatie, bleek eerder deze maand. Besselsen gebruikte de woning toch weer voor de opslag van zijn inboedel.
Om tot een oplossing van het probleem te komen, werd vervolgens met de stadsjutter afgesproken dat hij als eerste de mogelijkheid had om op hetzelfde perceel een nieuw pand te kopen dan wel te huren. Hij gaf echter de eigenaar van het perceel, Bimo Bouw, te kennen dat hij de geboden prijs niet marktconform achtte, stelt projectmanager Mons van dit bedrijf. Vervolgens kreeg Besselsen de tijd om een makelaar in de arm te nemen die namens hem een taxatie zou doen. Mons: „Een reactie van hem binnen de gestelde termijn bleef uit.”
De stadsjutter zelf is niet te spreken over de gang van zaken. „Ik heb maandagmorgen nog een uur in het kantoor van de burgemeester gezeten. Vanuit het raam zag ik een vrachtwagen met een container voorbijrijden. Ik zei nog gekscherend dat die wagen nog wel eens mijn woning als bestemming kon hebben. Later die dag zag ik tot mijn stomme verbazing dat ze inderdaad al met de sloopwerkzaamheden begonnen waren.”
De spullen van Besselsen staan inmiddels opgeslagen in dertien containers op de gemeentewerf. Volgens de jutter komen er nog zeker tien containers met spullen bij.
Dat hij de laatste maanden toch weer in het pand is geweest, ontkent hij niet. „Er is nooit gezegd dat ik die woning niet in mocht.”
De sloop van zijn voormalige huis is voor de jutter een onoverkomelijk probleem. Het dossier is voor hem dan ook nog niet gesloten. „Ik ben 35 jaar getreiterd door de gemeente, maar nu begint het pas echt. De leeuw zal nog eenmaal brullen.”