Opinie

Bonus

Hoger opgeleiden verdienen in Nederland bijna twee keer zo veel als lager opgeleiden. Eerstgenoemden kwamen in 2009 gemiddeld aan 49.000 euro bruto, de tweede categorie moest met een brutosalaris van 26.000 euro tevreden zijn. Kennelijk is het ongelijk verdeeld in deze wereld. En dan steken de Nederlandse cijfers nog gunstig af bij de vaak schrijnende inkomensverschillen in veel andere landen.

Dr. C. S. L. Janse
30 March 2011 20:12Gewijzigd op 14 November 2020 14:18

Maar is ongelijk ook altijd oneerlijk? Dat kun je toch niet zeggen. Gelijkheid tussen mensen is een belangrijk uitgangspunt, maar het is ook een wezenlijk gegeven dat mensen ongelijk zijn aan elkaar. Dat geldt ook voor hun positie op de arbeidsmarkt.

Inmiddels heeft een derde van de Nederlandse beroepsbevolking een universitaire studie of een hbo-opleiding gevolgd. Dat is veel meer dan vroeger. Maar kennelijk is er zo veel vraag naar hoger opgeleiden dat ze met hun salariëring nog steeds belangrijk uitsteken boven mensen die weinig opleiding gevolgd hebben. Voor de laatste categorie zal gelden dat een deel van hen op school niet meer kon presteren, een ander deel geen zin had om verder te leren, terwijl anderen geen gelegenheid hadden om meer onderwijs te volgen.

De laatste tijd staat de top van de inkomenspiramide volop in de schijnwerpers. Is er aan de top van het bedrijfsleven geen sprake van een schaamteloze zelfverrijking? Betalen allerlei semipublieke instellingen zoals ziekenhuizen, onderwijsinstellingen en woningcorporaties geen onredelijk hoge salarissen? En niet te vergeten de bonussen bij de banken. Die gaan helemaal alle grenzen te buiten.

Recent ging het om de bonussen bij de ING Bank. Die bleven net iets onder de jaarsalarissen en voldeden daarmee aan de criteria van het ministerie van Financiën. Niettemin riep de bonus van 1,25 miljoen euro voor topman Hommen veel protest op. Zijn jaarsalaris van 1,35 miljoen euro is immers al een aardige beloning voor zijn ongetwijfeld formidabele inzet. Daar moet hij toch van rond kunnen komen. Daarbij speelde mee dat de staat op het dieptepunt van de kredietcrisis forse bedragen aan de ING geleend heeft. Bovendien wilde de bank de pensioenen van de oud-medewerkers bevriezen. Bestuurders zouden dit jaar dubbel zo veel salarisverhoging krijgen als de rest van het personeel.

De negatieve publiciteit die dat alles opleverde dreigde het imago van de ING fors te schaden. En grote bedrijven zijn tegenwoordig erg beducht voor reputatieschade. Klanten stapten over naar een andere bank. De Tweede Kamer nam zelfs een motie aan om reeds uitgekeerde bonussen bij banken die staatssteun ontvangen hebben, voor 100 procent weg te belasten. Die motie kwam van de PVV. Die partij dient wel vaker moties in die vooral uitdrukking geven aan begrijpelijke gevoelens van onvrede, terwijl ze praktisch onuitvoerbaar zijn. Met hulp van de linkse oppositie kwam de bonusmotie aan de meerderheid. Kennelijk was men daar beducht dat Wilders anders de tolk zou worden van de ook in hun kring levende onvrede over de royale bonussen.

In ieder geval heeft de bankwereld langs verschillende wegen een duidelijk signaal gekregen en dat is ook opgepikt. De ING-top ziet af van zijn bonus over 2010. Het is alleen de vraag of dat effect blijvend zal zijn.

De markt biedt kennelijk geen effectieve rem op de absurde hoogte van de beloningen voor de top van het bedrijfsleven. Want het zijn niet alleen de banken waar onverantwoord veel betaald wordt.

Af en toe kan de publieke opinie gemobiliseerd worden tegen beloningsexcessen, maar dat lukt niet structureel. Fiscale instrumenten om hoge beloningen af te romen zijn ook niet onbeperkt inzetbaar. Dat maakt het probleem er niet eenvoudiger op. Politici en ondernemers moet echter duidelijk zijn dat zulke absurd hoge beloningen de geloofwaardigheid van onze economische orde bij brede lagen van de bevolking ondermijnen. Dat er forse salarisverschillen bestaan, is goed te verdedigen. Maar de laatste decennia is de inkomensongelijkheid tussen de top van allerlei bedrijven en het grondvlak veel te groot geworden.

De auteur is oud-hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad. Reageren aan scribent? gedachtegoed@refdag.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer