Commentaar: Samen verder
De partijbesturen van ChristenUnie en SGP hebben besloten af te zien van een verticale lijstverbinding bij de Senaatsverkiezingen. Evenmin zullen de gekozen senatoren van beide partijen één fractie vormen.
Gezamenlijk zijn de besturen tot de conclusie gekomen dat het samengaan van hun partijen onmogelijk is. Het mogelijke voordeel –een vierde zetel in de Senaat– woog kennelijk niet op tegen de nadelen. De twee partijvoorzitters zien overigens nog wel mogelijkheden om die extra stoel in de Eerste Kamer toch binnen te halen.
Ongetwijfeld zal het besluit weloverwogen en met degelijke argumenten zijn genomen. Positief is ook dat de besturen het eindresultaat van het overleg helder hebben gecommuniceerd, zonder dat er daarbij over en weer verwijten zijn gemaakt.
Toch blijft er een punt hangen dat buiten de eigen achterban moeilijk valt uit te leggen en op de lange duur ook niet goed te verdedigen is. Hoe kan het dat twee christelijke partijen die beide vasthouden aan de Bijbel als norm voor het persoonlijk en collectief handelen niet maximaal samenwerken? De niet-christelijke Nederlander snapt daar weinig van.
Natuurlijk is het zo dat ChristenUnie en SGP hun eigen cultuur en klankkleur hebben. Een federatie of fusie van beide partijen is daarom echt niet aan de orde. Hoewel, wat zal er gebeuren als er bij een volgende grondwetswijziging een kiesdrempel wordt ingevoerd waardoor de kans dat een van beide partijen zelfstandig in het parlement komt, verkeken is?
In onze samenleving is het meer dan ooit geboden dat partijen, kerken, scholen, belangenverenigingen etc. die vasthouden aan Bijbelse waarden en normen proberen elkaar te zoeken en bezien op welke vlakken er samenwerking mogelijk is. Met behoud van de eigen identiteit en zonder de principiële uitgangspunten te verloochenen.
Dat laatste vraagt duidelijkheid en eerlijkheid. Elke organisatie moet allereerst voor zichzelf nagaan wat werkelijk onopgeefbaar is en wat niet. De geschiedenis heeft geleerd dat onder druk van de omstandigheden keiharde principes soms toch boterzacht blijken.
Daar komt bij dat nogal eens blijkt dat punten waarover mensen zich in hun tijd druk maakten, later veel milder worden beoordeeld. Wie zich verdiept in de Engelse pamfletliteratuur van de 17e en de 18e eeuw ontdekt dat gereformeerden veel kritiek hadden op onder anderen John Bunyan en zijn medestanders. Inmiddels worden de boeken van de ketellapper uit Bedford in reformatorische kring met veel instemming gelezen, terwijl er toch wel een principieel verschil tussen hem en de orthodoxe volgelingen van Calvijn bestaat.
Juist nu de opmars van het secularisme massief en in versneld tempo doorzet, is het van belang dat orthodoxe christenen zoeken naar wat verbindt in plaats van zich te focussen op verschillen. Die snappen secularisten echt niet. Bovendien vermindert het uitbenen van de verschilpunten de slagkracht van de christelijke beweging en verduistert het de boodschap aan de samenleving. Dat is verlies, want met elkaar delen christenen dat Gods Boodschap heilzaam is voor de hele maatschappij.