Basis voor cultuur van dissidentie in Syrië is gelegd
Dat er ook in Syrië de afgelopen tijd demonstraties plaatsvonden, is ongekend, schrijft M. Yaser Tabbara. De Syriërs zijn een weg van collectief politiek zelfbewustzijn ingeslagen.
Kan Syrië een van de volgende landen zijn in de huidige ”grote Arabische revolutie”? Veel analisten denken van niet, maar zij gaan voorbij aan het feit dat de gebeurtenissen van de afgelopen dagen in het land ongekend zijn. Op 15 maart, de Syrische ”dag van de woede”, aldus een Facebookgroep, gingen honderden mensen de straat op in de hoofdstad Damascus. Op 17 maart protesteerden honderden Syriërs in Homs, Aleppo, Daraa en Banias. In de zuidwestelijke stad Daraa vielen doden en het regime sloot de stad af, in een poging de zich verspreidende onrust tegen te houden.
Vergeleken met Tunis, Caïro, Manama, Sanaa en Tripoli, waar duizenden en soms miljoenen mensen de straat opgingen, lijken de aantallen betogers in Syrië laag. Daarbij moet echter aangetekend worden dat wat er nu in dat land gebeurt, niet eerder is voorgekomen. Dat Syriërs in het openbaar vrijheid en waardigheid eisen, is eenvoudigweg ongekend.
Sommigen beweren dat het land immuun is voor onrust omdat het een populaire president heeft, een jonge idealist die een ‘hervormingsagenda’ introduceerde en van wie algemeen wordt aangenomen dat hij de sentimenten op straat aanvoelt als het gaat om buitenlandse politiek. Anderen beweren dat de revolutie Syrië zal passeren omdat de sociale en economische omstandigheden er draaglijker zijn dan in Tunesië of Egypte.
Hoewel deze redenering wellicht enig gewicht heeft, gaat ze uit van een verkeerd kader. Tunesiërs, Egyptenaren en nu de Libiërs hebben de Arabische wereld -–en de Syriërs in het bijzonder– laten zien dat mensen niet tevreden gesteld kunnen worden met goedkope gebaren en de tijdlijn die het regime voorstelt. Ze eisen hun rechten op, van het verantwoordelijk houden van hun regering tot echt kunnen kiezen wie hen regeert. De onrust in Syrië laat zien dat een revolutie niet alleen mogelijk, maar ook onvermijdelijk, omdat Syriërs van opstanden in buurlanden geleerd hebben dat vrijheid bereikt wordt door het uitoefenen van het onvervreemdbare recht op zelfbeschikking en eigenwaarde.
De recente protesten in het land hebben laten zien dat de demonstranten een gezamenlijk doel hebben en dat willen bereiken met vreedzame middelen. De Syriërs zijn een weg van collectief politiek zelfbewustzijn ingeslagen. De slogan van 15 maart, ”God, vrijheid en Syrië, punt uit!”, kan niet genegeerd worden. Ze dagen de cultuur van zelfgenoegzaamheid, angst en stilte uit.
Niemand kan met zekerheid zeggen wat er de komende tijd gaat gebeuren in Syrië. Zullen de protesten een sneeuwbaleffect hebben? Zal het regime Daraa, waar opnieuw doden vielen nadat veiligheidstroepen het vuur openden op demonstranten, tot voorbeeld maken en het volk laten zien welke prijs het betaalt voor dissidentie? Eén ding is zeker: mocht Syrië nu ontkomen aan een grote opstand, dan is desondanks de basis voor een cultuur van dissidentie gelegd. De angstbarrière is doorbroken, en dat kan niet teruggedraaid worden.
De auteur is een Syrisch-Amerikaanse burgerrechtenadvocaat en activist.