Opinie

Economie heerst in Europa over de politiek

De maatregelen die op de Europese top gisteren en vandaag besloten zijn, zetten de voor Europa zo kenmerkende diversiteit onder druk, betoogt dr. Sander Luitwieler. Bovendien laten ze zien dat het economische en financiële systeem ons in de greep heeft in plaats van andersom.

25 March 2011 18:00Gewijzigd op 14 November 2020 14:14
„Het Europese integratieproces zet de voor Europa zo kenmerkende diversiteit onder druk.” Foto EPA
„Het Europese integratieproces zet de voor Europa zo kenmerkende diversiteit onder druk.” Foto EPA

De daadkracht die de Europese Unie op dit moment tentoonspreidt als reactie op de economische en financiële crisis is indrukwekkend te noemen. De Europese leiders hebben op de top gisteren en vandaag in Brussel een aantal maatregelen genomen die Europa’s financiële stabiliteit en economische groei en concurrentiekracht moeten vergroten. Het gaat, onder meer, om een versterking van het Stabiliteits- en Groeipact, inclusief strengere begrotingsvoorwaarden en sancties; de versterking van het tijdelijke noodfonds voor de euro, waar Griekenland en Ierland nu geld uit krijgen, en de instelling van een permanent noodfonds, waarvoor het EU-verdrag gewijzigd wordt; en een meer gecoördineerd economisch beleid binnen de eurozone op het gebied van onder andere lonen en pensioenen.

Bij Europese maatregelen keert steeds de discussie terug of er nu wel of niet sprake is van soevereiniteitsverlies en bevoegdheidsoverdracht. Ook tijdens de afgelopen Kamerdebatten weer. Het kan in dit opzicht behulpzaam zijn een onderscheid te maken tussen het overdragen van soevereiniteit, waarbij de lidstaten buiten spel staan en bijvoorbeeld de Europese Commissie het alleenrecht heeft, en het delen van soevereiniteit door de lidstaten gezamenlijk.

Diversiteit

Bij de op de Europese top genomen maatregelen gaat het niet om overdracht van soevereiniteit, wel om het delen daarvan. Zo heeft de Commissie weliswaar een zelfstandige rol bij het opleggen van sancties in het kader van het Stabiliteits- en Groeipact, maar uiteindelijk beslissen de lidstaten bij meerderheid binnen de Raad van Ministers, waarmee sprake is van het delen van soevereiniteit. Ook beperken de maatregelen de beleidsautonomie, dat is de vrijheid die lidstaten hebben om naar eigen inzicht beleid te voeren.

Vaak wordt binnen de EU gekozen voor het delen van soevereiniteit, met als achterliggende gedachte dat het beter is aan de onderhandelingstafel te zitten dan helemaal niet aan tafel te zitten. Tegenstanders van het delen van soevereiniteit dienen zich dan ook goed te realiseren dat het alternatief hiervoor overdracht van soevereiniteit betekent.

Het is echter belangrijk niet in deze discussie te blijven steken, want het effect van deze maatregelen is hetzelfde: het Europese integratieproces schrijdt voort en leidt –zoals het woord al doet vermoeden– tot meer uniformering en homogeniteit binnen de EU.

Dit is om twee redenen problematisch. In de eerste plaats zet het de voor Europa zo kenmerkende diversiteit onder druk. Van begin af aan is Europa gekenmerkt door diversiteit, met name op religieus, politiek en cultureel gebied. Het zit Europa als het ware in de genen. Langzaam maar zeker heeft Europa geleerd met verschillen om te gaan en die te tolereren. Misschien kan het zelfs leren om verschillen te waarderen en die als een verrijking te zien. Daarvoor is het wel van het grootste belang dat de EU in haar beleid waakt voor knellende uniformiteit en de diversiteit tussen lidstaten en culturen respecteert.

Paradox

In de tweede plaats is het problematisch dat de Europese leiders, laat staan de burgers, de controle over dit proces niet in handen hebben. De economische insteek die aan het begin van het integratieproces is gekozen omwille van verzoening van tot dan toe strijdende staten heeft steeds meer de overhand gekregen. Het politieke systeem is ondergeschikt geraakt aan het economische systeem. De dominantie van de economische dimensie gaat ten koste van sociale en ecologische dimensies. Waarden als solidariteit en duurzaamheid komen hierdoor in het gedrang. Overheden zijn in afnemende mate in staat hier iets aan te doen. In plaats van dat de politiek de economie beheerst, heerst de economie over de politiek.

Hier is sprake van een beheersingsparadox. Globalisering en Europese integratie zijn bij uitstek uitingen van het rationeel-instrumentele streven van de moderne mens naar beheersing van zijn leven en de wereld om hem heen. Maar het gevolg daarvan is dat de lidstaten nu in feite zelf beheerst worden, vooral door het economisme. Je zou kunnen zeggen dat het moderniteitsproject zodoende aan zijn eigen succes ten onder gaat.

Politici en burgers kunnen dus wel verontwaardigd zijn over de voortgaande Europese integratie met alle beperking van soevereiniteit en autonomie van dien, maar dat is niet geloofwaardig zolang we zelf economie en materie belangrijker vinden dan immateriële zaken en waarden.

De auteur is politicoloog en werkzaam als EU-onderzoeker en -adviseur.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer