Steenuil kan nieuwbouwwijk Ochten jarenlang frustreren
Korenwolven, vleermuizen, franjestaarten en steenuiltjes: bedreigde diersoorten die niet voor het eerst een bouwproject tegenhouden. Meestal vinden deze beestjes probleemloos een nieuw woongebied, soms blijven ze een hardnekkige sta-in-de-weg. En daar begint het in het Betuwse Ochten op te lijken.
De gang van zaken rond de geplande nieuwbouwwijk Triangel aan de rand van Ochten is „ronduit frustrerend”, vindt Gert van Leeuwen, algemeen directeur van de reformatorische basisscholen in de Neder-Betuwe en tevens SGP-raadslid. Het ministerie van Landbouw weigerde deze week ontheffing te verlenen van de Flora- en faunawet. Als gevolg daarvan mag er niet worden gebouwd. De steenuil die de nieuwbouw belemmert, lijkt nog niet van plan om zijn biezen te pakken.
De voorbereidingen voor de bouwprojecten in de Triangel zijn noodgedwongen stilgelegd, waaronder die van de Detmarschool voor speciaal onderwijs.
Locatiedirecteur Jan Zwerus van de naastgelegen reformatorische Sébaschool hoopte dat de nu nog inpandige Detmarschool per 1 augustus 2012 in het nieuwe gebouw aan de slag zou kunnen. „Alle vergunningen waren zo goed als rond, de bouw was zelfs al aanbesteed. Al die afspraken vervallen hierdoor. We kunnen van voren af aan beginnen. Dit kost ons zeker een jaar.”
Behalve de school, loopt ook de bouw van 147 huizen en van de kerk van de gereformeerde gemeente in Nederland vertraging op. Zwerus, tevens scriba van die gemeente, heeft „geen idee” hoe de ontstane impasse zal uitpakken voor de kerkbouw.
Voor projectontwikkelaar Van Wanrooij valt de pijn vooralsnog mee. In tegenstelling tot eerdere berichten in de media mag het bedrijf ongehinderd 69 woningen neerzetten, stelt woordvoerder Wilbert de Bruyn. „Voor het resterende deel hebben we die ontheffing wel nodig. Daarmee zijn vermoedelijk weer maanden gemoeid.”
De zaak kwam aan het rollen toen omwonenden bezwaar konden aantekenen tegen het nieuwe bestemmingsplan. Een van de bezwaarmakers stelde kort voor de sluitingsdatum dat er een steenuil in een schuurtje op het bouwterrein huist.
Wethouder Keuken noemt het een complexe aangelegenheid. „In december 2007 hadden we een rapport ontvangen waarin niets stond over een uil. Dat verslag was de basis voor ons bestemmingsplan.”
Omwonenden trokken alle bezwaren na gesprekken met de projectontwikkelaar weer in, maar het ‘probleem steenuil’ was daarmee niet van tafel. Deze vogel wordt namelijk beschermd door de Flora- en faunawet, die stamt uit 2002.
De projectontwikkelaar zette vervolgens een ecoloog aan het werk. „Uit diens rapport bleek dat er wel degelijk een steenuil zat, maar dat hij door de nieuwbouwwijk slechts 5 procent van zijn jachtgebied zou verliezen”, aldus Van Leeuwen.
Ontheffing van de Flora- en faunawet zou niet meer dan een formaliteit zijn, verwachtte de gemeente. Maar dat bleek een forse misrekening.
Het ministerie van Landbouw veronderstelde dat de ecoloog het verlies aan foeragegebied voor de uil veel te laag had ingeschat. „Moest er geen nul achter staan, was de vraag vanuit Den Haag”, herinnert Van Leeuwen zich.
Uilendeskundige Frans Jacobs van Steenuil Overleg Nederland (Stone) kan zich echter wel vinden in de redenering van het ministerie. „Het gaat om ten minste 80 procent verlies aan jachtterrein voor de uil. Omdat de vogel er het hele jaar rondvliegt, is ontheffing van de wet onmogelijk zonder dat er voor compensatie wordt gezorgd.”
De Bruyn ziet behalve de wettelijk verplichte compensatie ook wel wat in het indienen van een bezwaarschrift bij het ministerie tegen de interpretatie van het rapport van de ecoloog.
Mogelijk kunnen de bouwplannen daardoor sneller uit de impasse komen, want volgens Jacobs kunnen er jaren voorbijgaan, voordat een uil spontaan vertrekt. Naar zijn inschatting is de gemeente veel te laat met het traject begonnen. De projectontwikkelaar zal nu alsnog moeten zorgen voor compensatie voor de steenuil.
„Achteraf is het gemakkelijk praten”, vindt Keuken. „De natuur laat zich niet sturen. Wie had kunnen voorzien dat daar een uilenpaartje zou neerstrijken?”
Volgens het ministerie van Landbouw doet een tussentijdse vestiging van een beschermd dier niet ter zake bij de Flora- en faunawet. De woordvoerder stelt desgevraagd onomwonden: „Als er een nieuwe ontheffing wordt aangevraagd, beoordeelt het ministerie de actuele situatie.”
Ondanks alle problemen draagt de school de steenuil een warm hart toe. Van Leeuwen: „Er zouden nestkasten komen, waarin we een webcam wilden hangen. Zo zou het beestje ook nog een onderwijskundig doel dienen.”
Uilenexpert Jacobs vindt dat idee de wereld op zijn kop. „Alle goede bedoelingen ten spijt, moet er volgens de wet eerst een alternatief leefgebied worden gevonden voor de uil. Pas daarna mag er worden gebouwd.”
Hij realiseert zich terdege dat het voor betrokkenen „erg vervelend is, maar de wet moet nu eenmaal worden nageleefd.”
Roofvogeltje
De steenuil –Athene noctua– is een klein gedrongen roofvogeltje. Met zijn hoogte van ongeveer 20 centimeter is het de kleinste uil in de Benelux. Hij is te herkennen aan zijn platte kop met felle gele ogen.
Het uiltje is een broed- en standvogel in onder meer Nederland. Hij huist het liefst in landschappen met weilanden, knotwilgen, fruitbomen en oude schuurtjes.
Kleinere prooidieren zoals muizen, regenwormen, kevers en andere insecten en kikkers zijn het dagelijks menu van de vogel.
In 2004 kwam de soort op de Rode Lijst terecht. Rond 2007 broedden er ongeveer 6000 paartjes in Nederland.