„Tsunami veel hoger dan we ooit hadden verwacht”
OSHIKA – Vrijwel het hele dorp Ayugawa op het mooie Japanse schiereiland Oshika is weggevaagd.
Kumiko Fukui (53) en haar vriendin lopen langzaam door een vlakte vol met puin van door de tsunami verwoeste huizen en levens in het dorpje Ayugawa.
Met stokken porren de twee vrouwen in de naar modder stinkende resten. Af en toe pikken ze iets op met hun gehandschoende handen. Ze bestuderen het en leggen het dan in een plastic mand die twee weken eerder nog door vissers werd gebruikt voor het dragen van de vangst.
„Ik zoek naar dingen van mijn ouders”, zegt Fukui. Haar ogen zijn rood van het huilen, maar ze weet zich bewonderenswaardig te beheersen. Slechts een enkele traan ontsnapt af en toe.
„Mijn moeder lag ziek thuis. Vader wist dat de tsunami eraan kwam, maar is toch terug naar huis gegaan om haar te halen. Sindsdien zijn ze door niemand meer gezien.”
„Hij dacht altijd eerst aan anderen”, zegt ze. Deze keer stokt haar stem en kost het haar duidelijk moeilijk haar emoties te beheersen.
Toen de kerncentrale in Onnagawa werd gebouwd, werkte hij voor de plaatselijke overheid en vocht hij voor een extra weg zodat er meer dan één vluchtroute was. Via die weg konden deze keer veel mensen vluchten. Vanwege die weg was het ook mogelijk voor mij om hier nu te komen.”
Die weg is een van de weinige tastbare dingen van haar ouders die nog steeds bestaan. De weg en een rijstbal die Fukui’s moeder maakte voor haar zoon, die in Tokio studeert. „Hij heeft die nog steeds in de koelkast”, zegt Fukui. „Hij wil er niet van eten. Het is het laatste wat ik heb van oma, vertelde hij me.”
„De tsunami was veel hoger dan we ooit hadden verwacht”, zegt Takaki Numakura (55), die werkt voor de plaatselijke deelgemeente van de stad Ishinomaki.
„Hier hebben vaak tsunami’s plaatsgehad. Iedereen is eraan gewend en vluchtte daarom snel weg.” Dit blijkt ook uit de statistieken die aan de muur hangen. Van de 4545 inwoners zijn er 28 dood en 85 vermist. „Na een tsunami in 1960 bouwden we twee dijken, een van 6 en nog een van 10 meter. Maar ze waren nutteloos bij deze tsunami.”
Hij heeft weinig hoop voor de toekomst voor de dorpen langs de kust. „Zestig procent van de inwoners is visser. Die redden het hier nog wel. Alle anderen zullen vertrekken, verwacht ik.
Veel van de inwoners van Ayugawa zijn bejaard. Ze hebben het geld en de leeftijd niet om opnieuw te beginnen.”
Dit sentiment wordt gedeeld door Katsuji Furuichi (67). Zijn sushirestaurant en zijn huis zijn volledig weggevaagd. „Ik weet niet of ik hier blijf”, zegt hij. „Het zal heel erg moeilijk zijn om hier nog voldoende te kunnen verdienen.”
Herbouw zal hier vooral moeilijk zijn doordat de grond door de aardbeving van 11 maart 70 centimeter is gedaald. Gedeelten van de dorpen langs de kust verdwijnen nu tijdens vloed onder het zeewater. In Ayugawa spoelen golven waar eens auto’s stonden in een Shelltankstation.
Dit schept problemen voor het vervoer. Chaffeurs staan vertwijfeld te kijken of het wel veilig is om het water door te rijden. Het voelt op sommige plekken alsof ze een eindje de zee in gaan.
Doordat het gezakte land zijn de havens niet meer diep genoeg voor vissersboten om aan te leggen. Het zal jaren duren, en enorme bedragen vereisen, om de haven weer bruikbaar te maken. In die tijd is er een grote kans dat vissers, de grootste bevolkingsgroep hier, Ayugawa zullen verlaten. Dat zou zeker het einde betekenen van dit dorp dat al decennialang kampt met een uittocht van jonge mensen.
Als het aan Masahiro Narisawa (60) ligt zal Ayugawa weer opnieuw beginnen. Hij is de raadsvoorzitter van de deelgemeente hier en dankzij hem is de hulp hier goed georganiseerd. Het dorp heeft geen groot evacuatiecentrum en ligt zeer geïsoleerd op het schiereileand, maar iedereen heeft een dak boven het hoofd en voldoende te eten.
„Ik ben sinds de aardbeving in verscheidene regio’s geweest”, zegt majoor Yoshiyuki Takehara van het Japanse leger. „Maar op geen plek was alles zo goed georganiseerd als hier.” Het toont de belangrijke rol van goed leiderschap in situaties zoals deze.
„Ik zou op 31 maart met pensioen gaan”, zegt Narisawa. „Maar ik kan deze mensen niet afschrijven. Ik blijf hier.” Plotseling wordt het hem te veel – slechts voor enkele seconden. De opgekropte emoties komen onverwachts naar boven en de sterke man die tien dagen lang het dorp heeft behouden, huilt. Maar slechts voor een paar seconden. Daarna weet hij zich weer te beheersen, en al snel runt hij alles in het getroffen Japanse dorpje weer.