Van der Vlies: Vraag over MKZ in 2001 moet opgelost
HEERDE – Op de vraag of er in Kootwijkerbroek in 2001 wel of geen mond-en-klauwzeer (MKZ) heerste, moet snel een antwoord komen.
Dat vindt oud-SGP-leider Van der Vlies, maandag een van de sprekers op een bijeenkomst van de melkveehoudersvakbond NMV in Heerde over tien jaar MKZ.
Vorige week zei hij in deze krant dat de Stichting Onderzoek MKZ Crisis Kootwijkerbroek haar strijd tegen het ministerie van Landbouw na tien jaar „zo langzamerhand zou moeten afronden.” De stichting betwijfelt of er MKZ was in Kootwijkerbroek.
Van der Vlies merkte op dat uit het bericht van vorige week opgemaakt zou kunnen worden „als zou ik ervoor pleiten de strijdbijl te begraven en het maar op te geven.” Zo had hij zijn oproep niet bedoeld, zei hij gisteren in Heerde. „Ik zou dat ook een stoot onder de gordel vinden in de richting van de stichting.”
De voormalige politicus zei vorige week in deze krant dat hij altijd begrip heeft gehad voor het doel van de stichting om de onderste steen boven te krijgen. „Maar het wordt nu zo langzamerhand een beetje een theoretische bedoening.” Gisteren prees hij het werk van de MKZ-stichting. Die heeft de MKZ-kwestie „consciëntieus opgepakt.” Hij voegde er echter aan toe: „Wel gaat de tijd dringen in het licht van geloofwaardigheid en gezag.”
Hij wenste de stichting wijsheid toe bij het vervolgtraject. De strijd van de stichting kan mogelijk nog jaren gaan duren als het ministerie niet tegemoetkomt aan haar bezwaren.
Bestuurslid L. Jansen van de MKZ-stichting liet vanmorgen weten dat „velen” in de regio Kootwijkerbroek „zich hogelijk hebben verbaasd over de uitlatingen van Van der Vlies dat het tijd zou worden dat wij ons werk zouden stoppen.” De oproep heeft ook het stichtingsbestuur „nogal bezeerd, juist omdat we met een prolifegevecht bezig zijn tegen de doodscultuur van het departement.”