De Jager onderstreepte dat het noodfonds, bedoeld om eurolanden bij te springen die hun schulden niet meer kunnen betalen, voor hem niet het belangrijkste onderdeel is van een pakket maatregelen om de positie van de euro te versterken. Vorige week werden de EU-landen het eens over een serie richtlijnen en verordeningen die voor Nederland veel meer gewicht in de schaal leggen. Het gaat om een hardere aanpak van eurozondaars en sancties voor lidstaten die hun economie te veel uit de pas laten lopen bij de rest. Het noodfonds is voor De Jager niet meer dan „een pleister”, zei de bewindsman.

Het noodfonds voor de euro bevat in totaal 750 miljard, waarvan 440 afkomstig is van garanties van de eurolanden. Om ervoor te zorgen dat het bedrag ook echt beschikbaar komt tegen gunstige leenvoorwaarden, moeten de garanties omhoog. Voor Nederland zou dit betekenen dat het niet voor 26 miljard, maar voor ongeveer 50 miljard garant moet staan.

Het huidige noodfonds heeft een tijdelijk karakter. In 2013 wordt het vervangen door een permanent noodfonds. Daarin draagt de EU voor 500 miljard euro bij. Dat zal deels via garanties en deels via kapitaalstortingen gebeuren, maar de juiste mix is nog niet vastgesteld. De ministers moeten het daarover nog eens zien te worden.

Maar dat hoeft niet per se maandag, aldus De Jager. Tijdens een EU-top van regeringsleiders, die donderdag en vrijdag in Brussel plaatsvindt, kunnen ook knopen worden doorgehakt.