De EU-ministers besloten dat alle 143 kerncentrales in Europa aan stresstests zullen worden onderworpen. Daarbij gaat het om het onderzoeken van de mogelijke gevolgen van ‘een combinatie van onwaarschijnlijkheden’, zoals Verhagen dat noemde. Voor Borssele betekent dat niet alleen het simuleren van een aardbeving vele malen zwaarder dan ooit in Nederland gemeten, maar ook een overstroming groter dan de watersnoodramp van 1953 „en daar bovenop nog het gelijktijdig neerstorten van een vliegtuig en een terroristische aanslag”, aldus Verhagen.

De tests zullen ook betrekking hebben op de twee onderzoekscentrales in Petten en Delft. „Dat is niet verplicht, maar we doen het vrijwillig toch”, zei Verhagen. De resultaten van de tests zullen ook meewegen bij de beslissing over de eventuele bouw van een nieuwe centrale. De EU-lidstaten zullen de komende weken de criteria uitwerken waaraan de stresstests moeten voldoen. Maar het besluit om een centrale te sluiten blijft een nationale bevoegdheid. Nederland wil dat kerncentrales elke tien jaar aan zo’n test worden onderworpen.

Verhagen riep op om de nucleaire discussie ‘nuchter en zakelijk’ te voeren. „Geen paniekvoetbal. De zorgvuldigheid moet voorop staan”. Hij reageerde daarmee onder meer op Europees commissaris Günther Oettinger (Energie) die de situatie in Fukushima een catastrofe met ‘apocalyptische’ kenmerken heeft genoemd. De Duitser kreeg daar maandag nogal wat kritiek op. Volgens Verhagen was hij dit keer genuanceerder ‘en terecht’. Maar Oettinger nam weinig van zijn woorden terug. „De beelden spreken voor zich. Als zes kerncentrales in gevaar zijn, mag je dat wel een catastrofe noemen”, reageerde hij.