De gedupeerde collega werd ‘s nachts door de zeven aan zijn benen uit bed getrokken en hardhandig geboeid. Hij kreeg een geblindeerde bril en oorkappen op en tape op zijn mond. Hij werd opgesloten in een ‘piratencel’ en met een kabel aan de vloer vastgeketend. De belagers droegen daarbij bivakmutsen.

Volgens de aanklager is dat strafbare wederrechtelijke vrijheidsberoving. De hele actie duurde kort, maar de marinier had striemen op zijn polsen van de boeien en kwam ook een tijdje lucht te kort. Hij was niet bang geweest, maar had wel geroepen dat zijn collega’s moesten stoppen.

De volgende dag deed hij zijn verhaal bij de adjudant, maar hij wilde geen aangifte doen. De commandant van het schip meldde het incident vervolgens wel volgens protocol bij het OM. Volgens de zeven verdachten, tussen de 20 en 29 jaar oud, gaat het om een uit de hand gelopen grap uit verveling na de missie.

De kwestie had met intern tuchtrecht afgedaan kunnen worden, vinden de advocaten. Zij zien in de gang van zaken geen misdrijf dat een strafrechtelijke procedure verdient. Het slachtoffer wilde stoppen als marinier, maar lag wel normaal in de groep, vertelde de adjudant als getuige. Volgens de verdachten is er geen sprake van pesten en werd de marinier willekeurig gekozen omdat zijn hut gunstig ten opzichte van de cel lag. De adjudant gelooft dat ook.

De verdachte bemanningsleden komen uit Schagen, Vianen, Aalsmeer, Hoorn, Broek op Langedijk, Bovenkarspel en Alkmaar. De werkstraf van veertig uur werd geëist tegen een 29-jarige korporaal, omdat hij meerdere was. De andere bemanningsleden, merendeels mariniers, hoorden dertig uur werkstraf tegen zich eisen.

Uitspraak 4 april.