Van hen verwacht 54 procent dat de CU in het gunstigste geval zal stabiliseren, of dat haar aanhang nog verder slinkt. Dat blijkt uit een telefonische rondgang langs 41 fractievoorzitters door deze krant.

„Degenen die er vier jaar geleden bij kwamen, lopen nu net zo hard weer weg”, zegt voorzitter Veen van de Apeldoornse CU-fractie. Voorzitter Huttinga (Emmen) stelt niet verbaasd te zijn „als van de huidige CU op termijn slechts een Gideonsbende overblijft.”

Ook de politicologen Lucardie en Vollaard betwijfelen of de CU nog een groter marktsegment aan kiezers kan aanboren dan het huidige. Vollaard: „De partij is verdeeld over culturele en economische kwesties. Dat komt meer aan de oppervlakte, naarmate de christelijke identiteit verder wegvalt als bindmiddel tussen kiezer en partij.”

Ruim een derde van de fractievoorzitters noemt onvrede onder CU-kiezers over de koers van de Tweede Kamerfractie een (zeer) waarschijnlijke oorzaak voor het recordverlies van 2 maart. Een aantal van hen pleit voor herbezinning. Fractievoorzitter Den Braanker (Sliedrecht): „Als die uitblijft, ben ik bang voor een volgende klap.”