De wederopbouw in Nederland na de ramp in 1953 is het keerpunt geweest voor investeringen van de overheid en gaf de economie een enorme impuls. De uitwerking van de nucleaire perikelen daargelaten zou de tsunami hetzelfde effect kunnen hebben op de Japanse economie.

Het bbp in Nederland groeide in 1953 gemiddeld het hardst van het hele decennium, met 8,4 procent. „Fantastisch” aldus Vergeer. „De overheid schroefde de consumptie met 10 procent op en de investeringen met ruim 60 procent.” Volgens Vergeer een echte trendbreuk. „Sindsdien liggen de overheidsinvesteringen op een hoger niveau.”

Zo werd een begin gemaakt met de Deltawerken en de aanleg van de rijkswegen. „Als Japan nu de problemen niet had met de kerncentrales, waren ze allang weer aan het bouwen. Een geweldige impuls voor de economie.”

De Nederlandse overheid had in 1953 nog niet te kampen met een tekort, Japan heeft dat nu wel. „De overheid heeft al aangegeven de komende tijd veel geld beschikbaar te stellen. Later wordt dan nagedacht over de financiering ervan”, zei Vergeer. Zo kan Japan een beroep doen op het IMF voor een noodlening of bijvoorbeeld een solidariteitsheffing invoeren. „De prioriteit ligt nu bij het herstel.”

Vergeer verwacht dat de Japanners snel aan de slag gaan, zodra de situatie met de kerncentrales stabiel is. „Zij laten dat geen jaren liggen. Elke bouwvakker kan aan de bak.” Om de economie verder te stimuleren, kan de Japanse regering ook nog de yen devalueren. „Dat is wel nationale verarming, maar voor iedereen. De export kan dan weer aantrekken.”