Teer
Ze vinden het maar niks. Ze krijgen er de kriebels van. Zulk taalgebruik doet de deur helemaal dicht. We zitten samen thee te drinken als onze tieners hun gram spuien, waarbij ze elkaar versterken in hun verzet tegen dingen die rieken naar vroeger.
Waar het om gaat? Om tere dingen. Tenminste, om ”teer” als bijvoeglijk naamwoord. Er ligt een artikel op tafel waarin dat woord regelmatig voorkomt. Het is zo teer, staat er. Een van onze kinderen blaast van zich af. „Teer… wat zeg je daar nu eigenlijk mee? Echt een woord dat mensen gebruiken als ze niet weten hoe ze dingen moeten zeggen.”
Op zichzelf waardeer ik het positief als jongeren vertellen waar ze moeite mee hebben. Dat is beter dan dat ze hun kritiek voor zichzelf houden en zich innerlijk afkeren zonder dat je iets kunt uitleggen.
Ik vraag wat ze denken bij dat woord. Nou, dat het iets supergevoeligs is. Maar zij voelen niets, alleen dat ze er door dat woord zo ongeveer per definitie buiten staan. Tere zaken, dat is voor intimi, voor mensen die er iets van afweten. Zij dus niet.
We gaan naar de betekenis van teer. Wanneer gebruik je dat woord? Helemaal nooit, is het weerwoord. Het is echt ouderwets. Oké, maar hoe werd het vroeger dan gebruikt? Voor een eeuwenoud stofje in een museum dat bijna uit elkaar valt. Voor een mooie bellenblaasbel. Voor een vaasje van heel dun glas. Teer zegt dus iets over fragiel zijn, kwetsbaar zijn. Iets teers kan zomaar weg zijn als je het wilt vastpakken.
Zo is het ook met van die tere onderwerpen. Een spreker of schrijver vindt het moeilijk om het onderwerp aan te pakken en benadert het met veel voorzichtigheid. Want woorden kunnen zomaar ineens afbreuk doen. Dat herkennen onze kinderen. Je kunt een mooie ervaring hebben en als je het dan wilt vertellen, is het ineens niet zo bijzonder meer. Wég is de verwondering, het verrassende.
Ze snappen het gebruik van het woordje teer. Voor het eerst trouwens. Niemand heeft ooit uitgelegd wat het betekent. En ja, dan snap je het gewoon niet. En zeker als je er voor je gevoel ook nog eens buiten wordt gezet, dan ontstaat er afkeer.
We praten nog even verder. De term mag je dus best gebruiken, maar het gaat erom dat er nog wat volgt. Wat? Gewoon zeggen wat je bedoelt, aldus de kids. Niet al te omzichtig, maar juist concreet benoemen wat lastig of moeilijk is. Neem nu seksualiteit. Inderdaad een erg ingewikkeld terrein. Waarom? Omdat seksueel verlangen een drift is en gemakkelijk een eigen leven leidt. Omdat mannen en vrouwen zo heel verschillend in elkaar zitten en seksualiteit heel anders beleven. Met metaforen kun je dat duidelijker maken.
Seksualiteit is een gevoelig onderwerp, inderdaad. Tegelijkertijd is het een wezenlijk onderdeel van ons mens-zijn. Getrouwd of niet, jezelf rein bewaren is een opdracht voor iedereen. Omdat dit moeilijk genoeg is, helpt het om te praten over Gods richtlijnen. Waar staan bijvoorbeeld teksten waaruit blijkt dat seks voor het huwelijk niet mag?
Seksualiteit mag dan iets teers zijn; zo is het niet in de wereld om ons heen. Je lichaam is iets om van te genieten. Niet later, maar nú. Pluk wat je pakken kunt. Christenen redden het niet met voorzichtig benoemen. Ja, de weg van lichamelijke eenwording is niet in woorden te vangen. Wat je erover zegt, schiet per definitie tekort. Het is ontzagwekkend, zowel in kwetsbaarheid als in kracht. Daar heeft niemand iets mee nodig, dat is echt privé. En voor tieners zijn slaapkamerverhalen alleen maar gênant, dus daarover moet het helemaal niet gaan. Gelukkig zijn opvoeders daarmee niet uitgepraat. Er is zo veel te zeggen. Over Gods geweldige plan met seksualiteit. Over de strijd die er is als je rein wilt blijven. Over wat helpt om te vechten tegen aanvallen. Tegenover teerheid staat het sterk staan in het Woord en in je overtuiging.
De auteur is psychologe en moeder van een zoon van 12 jaar en twee dochters van 17 en van 18. Reageren aan scribent? gedachtegoed@refdag.nl