Volgens de kinderopvangorganisaties betrekt De Jonge hen niet bij de plannen, terwijl zij wel steeds meer kinderen uit de doelgroep van de wethouder opvangen.

In de verbeteringsplannen worden allerlei initiatieven genomen, zoals de komst van een zogeheten nulgroep. Daar gaan kinderen vanaf 2 jaar naartoe om spelenderwijs vooral taal en rekenen te leren. De nulgroep is speciaal bedoeld voor kinderen van allochtone afkomst dan wel van laagopgeleide ouders.

De nulgroepen komen echter alleen bij de peuterspeelzalen als onderdeel van de voor- en vroegschoolse educatie. De kinderopvang heeft naar eigen zeggen het nakijken. De sector is jarenlang door de gemeente gesubsidieerd om volgens een nieuwe methode kinderen van nul tot vier jaar alvast te onderwijzen, maar die subsidie wordt nu niet uitgebreid. Daarvoor in de plaats komt de nulgroep. De kinderopvang spreekt van kapitaalvernietiging.

„Op deze manier creëer je niveauverschil onder kinderen die nog aan de basisschool moeten beginnen, want kinderen bij de opvang kunnen niet aan de nulgroep deelnemen en die bij de peuterspeelzalen wel”, licht directeur Els Maasdam van kinderopvang KindeRdam in Rotterdam toe.

„De kinderdagopvang is nu eigenlijk in de wachtkamer gezet”, erkent directeur Caty Bulte van Stichting De Meeuw in Rotterdam, een organisatie die beroepskrachten en vrijwilligers bijstaat die met jongeren en kinderen werken.

In een reactie zegt wethouder De Jonge dat de nulgroep bij de voorschool is bedoeld voor kinderen met een taalachterstand. „In de meeste gevallen gaat het om kinderen die thuisblijven totdat ze naar de basisschool gaan”, aldus De Jonge.

De Jonge gaat binnenkort met de zeven grote kinderopvangorganisaties in gesprek.