ChristenUnie is in islamdebat de verlegenheid voorbij
De ChristenUnie heeft geen slap, maar een helder en duidelijk doordacht standpunt over de islam, reageert Gert-Jan Segers op P. F. Koops (RD 7-3). De rechtsstaat moet beschermd worden, maar de islam als godsdienst mag niet met politieke middelen worden bestreden.
De ernst waarmee de ChristenUnie de bezinning op de komst van de islam ter hand heeft genomen, staat in contrast met de stilte hierover in andere partijen. Het is op z’n zachtst gezegd curieus dat het Spakenburgse raadslid Koops in deze krant de indruk wekte dat de bezinning binnen de ChristenUnie nog zou moeten beginnen. Er zijn door de ChristenUnie talloze lokale bijeenkomsten georganiseerd, het Wetenschappelijk Instituut heeft een congres gehouden, er is een islamstudie verschenen en de interne bezinning is nooit gestopt. En terecht. De komst van de islam en de integratie van moslims zijn een grote sociale kwestie in onze tijd.
Als het over de islam gaat, zijn de verschillen tussen de ChristenUnie en de PVV groot, maar toch anders dan Koops suggereert. Voor christenen is de confrontatie met de islam namelijk veel ingrijpender dan die voor de PVV is. Voor de PVV is de islam slechts een politieke ideologie die de westerse vrijheid bedreigt. Maar voor christenen is de islam een ontkenning van het hart van het Evangelie. Ons geloof staat of valt met het belijden dat Jezus Christus de Zoon van God is, dat Hij is gestorven aan het kruis en weer is opgestaan. Door dat te ontkennen is de islam veel meer dan alleen maar een politieke ideologie die ons niet aanstaat. Ten diepste is er sprake van een geestelijke strijd tussen het Evangelie en de islam die daar haaks op staat. Die strijd kan nooit met politieke middelen gevoerd worden.
In de politieke praktijk is de ChristenUnie ook niet van de symboolpolitiek. Wij willen niet eerst belasting heffen op een hoofddoekje om vervolgens datzelfde hoofddoekje in de bus te verbieden. Een vraag naar dat hoofddoekjesverbod leverde in een recent tv-debat ook gehakkel op van de PVV-lijsttrekker voor de Eerste Kamer, de Graaf. Hij had waarschijnlijk ook zelf door dat het een nogal onzinnig voorstel is.
Maar de politieke verschillen zijn nog principiëler. De ChristenUnie wil geen onderscheid tussen eerste- en tweederangsburgers met meer en minder rechten. Dan zouden wij moslims hier gaan behandelen zoals christenen in islamitische landen worden behandeld en tasten we de fundamenten van de rechtsstaat aan. Hoe kunnen we met goed fatsoen het bijzonder onderwijs verdedigen als we anderen die vrijheid misgunnen? En hoe kunnen we met goed recht opkomen voor vervolgde christenen in islamitische landen als we in ons eigen land de godsdienstvrijheid van moslims inperken?
Laat helder zijn dat onze inzet voor de rechtsstaat inzake de islam twee kanten heeft. De rechtsstaat creëert allereerst binnen de grenzen van de wet vrijheid voor alle overtuigingen. Niet alleen voor die ons bevallen, maar ook voor geloofsovertuigingen die ons door de ziel snijden. Koren en onkruid groeien tegelijk op en het oordeel zal aan God zijn, zegt Jezus in Mattheüs 13. Een overheid moet daarom uiterst terughoudend zijn in zaken van geloof en ongeloof, maar moet des te scherper optreden in zaken van recht en onrecht.
De rechtsstaat biedt dus niet alleen vrijheid, maar trekt tegelijk ook scherpe grenzen. Antisemitisme, oproepen tot haat en geweld, agressie ten opzichte van ex-moslims, ze zijn ontoelaatbaar. Daarin staat de ChristenUnie een steviger beleid voor dan nu vaak gangbaar is. Als bijvoorbeeld joden in Amsterdam en christenen in Egypte worden aangevallen, moeten zij in ons hun bondgenoot vinden in de strijd tegen dit onrecht.
De laatste mistaxatie van Koops betreft de notie die senator Kuiper onlangs inbracht. Kuiper gaf aan dat er nooit sprake kan zijn van shariarecht in onze democratische rechtsstaat. Dat was geen oprisping voor de verkiezing, maar een diepe overtuiging dat vrijheden niet misbruikt mogen worden om de vrijheid en rechten van anderen teniet te doen. Dat geldt voor islamisten als zij onderscheid willen maken tussen moslims en niet-moslims, maar evenzeer voor populisten. Dan wordt duidelijk dat noch voorstellen uit populistische hoek om bijvoorbeeld tot een Koranverbod te komen, noch islamitische rechtsnormen die strijden met de rechtsstaat publieke betekenis kunnen krijgen. De ChristenUnie wil nagaan hoe onze vrijheden beter beschermd kunnen worden tegen mogelijk misbruik en komt met initiatieven daartoe.
De komst van de islam naar Nederland is in veel opzichten een ingrijpende ontwikkeling. Maar die vraagt niet om symboolpolitiek, maar om principiële en doordachte politiek. De ChristenUnie is in dit debat de verlegenheid voorbij. Ik zou daarom graag met Koops in zijn thuishaven Spakenburg verder het debat willen aangaan. Ik hoop dat hij die handschoen oppakt.
De auteur is directeur van het Wetenschappelijk Instituut van de ChristenUnie.