Gereformeerde Bond bezint zich op kleine gemeenten
HOEVELAKEN – Kleine kerkelijke gemeenten zitten soms behoorlijk in de zorgen. De Gereformeerde Bond bood zaterdag in Hoevelaken een podium voor deze gemeenten.
B. A. van Noord, een projectleider van samenwerking tussen gemeenten in de Protestantse Kerk, schetste de situatie in menige kleine gemeente: veel ouderen, weinig jongeren, onvoldoende bestuurlijke kracht en geestelijk leiderschap en geldgebrek. „In Gelderland start 70 procent van de gemeenten met een negatieve begroting. Bovendien worden kerkelijke activiteiten minder. Bij elkaar is dat een draaikolk van ontwikkelingen die de gemeente naar beneden trekken.”
De Gereformeerde Bond belegde de bezinningsmorgen naar aanleiding van een vorig jaar verschenen rapport van drie studenten van de Christelijke Hogeschool Ede over de toekomst van kleine gemeenten. De conclusies van het onderzoek vielen algemeen secretaris van de Gereformeerde Bond drs. P. J. Vergunst niet mee. Van de kleine gemeenten zou 20 procent tussen nu en tien jaar niet meer zelfstandig kunnen voortbestaan. „Tien jaren gaan snel en in die tijd zal zich waarschijnlijk een onomkeerbare trend inzetten.”
Vergunst riep op om problemen in de gemeente in kaart te brengen en een langetermijnvisie te formuleren. „Een gemeenteadviseur kan helpen. Denk verder dan het kerkenseizoen of de vier of vijf jaar dat een predikant aan de gemeente verbonden is.”
H. Feenstra, algemeen directeur van het Landelijk Dienstencentrum van de Protestantse Kerk in Nederland, benadrukte de zelfstandigheid van de gemeente als een protestants grondbeginsel. Hij adviseerde te investeren in vacatures in de kerkenraad of de jeugdraad, geld te werven volgens de actie Kerkbalans nieuwe stijl of een isolationistisch dorpskarakter te doorbreken.
Feenstra vroeg aandacht voor de financiële gezondheid van de gemeente. Hij pleitte voor het vasthouden van fulltime predikantsplaatsen, omdat dat de geestelijke groei van de gemeente ten goede komt en de soms geringe financiële armslag van de predikant verbetert.
Gemeenteadviseur Van Noord vindt dat samenwerking voor kleine gemeenten gewenst is, zonder op elkaars bestuurlijke stoel te zitten. „Je moet samenwerking inclusief doen en proberen elkaars zelfstandigheid, ook in modaliteit, te respecteren.”
Dat is een veld van voetangels en klemmen, aldus enkele aanwezigen. In sommige plaatsen wordt de identiteit van gemeente of predikant in regionale verbanden niet gewaardeerd. Andere kleine gemeenten hebben binnen de lokale kerkmuren met diverse opvattingen te maken.
Veel vragen waren er ook over het omslagstelsel om de predikantstraktementen te betalen. Het geld wordt verzameld in de centrale kas en vervolgens gebruikt voor traktementen. Kleine gemeenten met een jonge predikant moeten door de hoofdelijke omslag ook betalen voor de seniorpredikant in grote gemeenten. „Onrechtvaardig”, vond iemand. Volgens Feenstra is dat een te zwaar woord, maar hij kan het verschil niet „wegpoetsen. Maar laten we bedenken dat het oude systeem is vastgelopen.” Feenstra maakt bekend dat de heffing per lid voor de solidariteitskas omhooggaat. Ook de vergoeding voor een preekbeurt wordt verhoogd. In december was deze al van 80 naar 100 euro gegaan.
Vergunst weigert te somberen over de toekomst van kleine gemeenten. Hij vraagt te denken in kansen en wijst op concrete voorbeelden. „In Kamperveen is een deeltijdfunctie omgezet in een predikantsplaats van 100 procent. En in Tilburg is de afgeschafte middagdienst toch weer maandelijks ingevoerd.”
Vanuit de Bijbel zoekt Vergunst naar vergelijkbare kleine gemeenten. Hij vindt die in Filadelfia. „Jezus zegt daarover: „Ik heb een geopende deur voor u gegeven, en niemand kan die sluiten; want gij hebt een kleine kracht, en gij hebt Mijn Woord bewaard, en hebt Mijn Naam niet verloochend.” Het zou mooi zijn als u bij het horen van deze tekst denkt aan Stavenisse, Schelluinen, Bleiswijk of Sebaldeburen.”
De secretaris spreekt van een omgekeerde orde in het Koninkrijk van God. „In de wereld gaat het om wat een stem heeft, om wat invloedrijk is, om aanzien en eer. Ten principale is Gods gemeente overal onaanzienlijk en kwetsbaar. De Bijbel leert ons te letten op de kwaliteit van de gemeente, niet op haar omvang.”