Economische unie is niet het antwoord op lidstaatproblemen
Aanscherping van het Stabiliteits- en Groeipact is zinvoller dan nieuw Europees beleid dat alle eurolanden omvat, vinden Bas Belder en Frank van der Maas.
Europa maakt als monetaire unie een moeilijke tijd door. Door de begrotingsproblemen in Griekenland en Ierland gaan er stemmen op die pleiten voor een Europees bestuur op economisch terrein, onder de titel economisch bestuur. Begin deze week lekte een discussiestuk uit voor bespreking door de Europese Raad van regeringsleiders en staatshoofden volgende week. Een interessant inkijkje.
De achtergrond is allereerst het gebrekkige functioneren van de regels voor de monetaire unie. Ze heeft als manco dat de begrotingsregels die in 1997 waren vastgelegd in het Stabiliteits- en Groeipact niet zijn nagekomen. De norm van maximaal 3 procent begrotingstekort is door lidstaten overschreden zonder dat er sancties volgden.
Een correcte toepassing van het bestaande sanctiemechanisme is de juiste remedie. Aanscherping van de regels juicht de Eurofractie SGP toe, zodat Europa eerder kan ingrijpen als een lidstaat de begroting dreigt te laten ontsporen. CDA-Europarlementariër Wortmann-Kool onderhandelt over deze verbetering. In het discussiestuk staat dat lidstaten een strikte begrotingsdiscipline moeten opnemen in hun grondwet of in een kaderwet. Een goede zaak.
Aanscherping van het Stabiliteits- en Groeipact is een belangrijke stap voorwaarts en zinvoller dan nieuw Europees beleid dat alle eurolanden omvat. Wat heeft het immers voor zin om nieuwe afspraken te maken terwijl bestaande afspraken ongestraft worden geschonden? Hier ligt een gevoelig discussiepunt: moeten de regeringsleiders zelf de bevoegdheid houden om te beoordelen of een lidstaat die de regels overtreedt een boete krijgt opgelegd? Het zou beter zijn als de sancties automatisch worden toegepast zonder dat de politiek daar nog een keer over moet beslissen, zodat regeringsleiders niet langer elkaar de hand boven het hoofd kunnen houden.
Sancties kunnen bestaan uit boetes en wat ons betreft ook het tijdelijk intrekken van het stemrecht van de overtredende lidstaat. Dan kan de raad van ministers de lidstaat terechtwijzen en duidelijk maken welke maatregelen nodig zijn zonder dat de lidstaat dat kan blokkeren. Dit moet eerst worden aangepakt. Tot die tijd is het weinig zinvol om te denken aan nieuwe afspraken en regels, laat staan aan inmenging in nationale aangelegenheden als werkgelegenheidsbeleid.
De pleidooien voor meer economische coördinatie tonen vooral de Europese tendens om problemen te lijf te gaan met meer regels, kortom, meer Europa. De nationale tekortkomingen die (mede) ten grondslag liggen aan de eurocrisis verdienen volgens de Eurofractie van de SGP nationale maatregelen. Zo werken de Grieken aan hervormingen op het gebied van pensioenen en bestrijding van belastingontduiking.
In het geval van Griekenland waren bovendien de statistieken ondeugdelijk, waardoor de Europese Unie jarenlang geen duidelijk beeld kon krijgen van de juistheid van de cijfers. Door een aanpassing van de wetgeving is het nu wel mogelijk dat de Europese Commissie scherper toezicht hierop uitoefent en een zorgvuldiger statistisch systeem wordt opgezet. Deze aanpak vergt beslist geen politieke of economische unie!
Overigens blijft de concurrentiekracht een moeilijk punt. Elk land moet goed kijken wat het kan doen ter verbetering van de productiviteit. Het discussiestuk voor de Europese Raad pleit dan ook terecht voor het in de gaten houden van de arbeidskosten per eenheid product.
Het gaat echter wel ver als het daarbij voorschrijft dat lidstaten met achterblijvende productiviteit de lonen in de publieke sector moeten matigen en centrale loonafspraken ontmoedigen. De Nederlandse regering laat de loonontwikkeling zo veel mogelijk tot stand komen via overleg tussen werkgever en werknemer zonder dat de overheid hierin partij is. In Nederland ligt de arbeidsproductiviteit per gewerkt uur trouwens heel hoog.
Ook maakt de tekst melding van verruiming van winkelopeningstijden als maatregel ter verhoging van concurrentie en efficiëntie. Een voorbeeld dat Europa weinig ruimte laat aan de lidstaten. In zulke kwesties is de EU bezig de bevoegdheidsterreinen van de lidstaten binnen te treden. Een zorg waar de Eurofractie SGP op heeft gewezen bij de parlementaire behandeling van de hervormingen van de nationale pensioenstelsels.
Het Europees Parlement grijpt de nationale hervormingsprogramma’s in het kader van de Europa2020-strategie aan om hier groot nieuw Europees beleid van te maken met een navenant groot Europees budget. Dat kan niet de bedoeling zijn van afspraken tussen lidstaten over nationale hervormingsplannen. Europees moet alleen worden vastgelegd en afgestemd wat echt nodig is en niet de openingstijden van winkels of de manier waarop loononderhandelingen tot stand komen. Dat moet vooral de inzet zijn van premier Rutte en minister De Jager op de komende Europese top!
De auteurs zijn respectievelijk lid en medewerker van de Eurofractie SGP.