Van boom tot plank
Met een dreun valt de 40 meter hoge douglasspar om. De ongeveer 3000 kilo wegende boom laat de grond trillen. De groene John Deere 1270E Harvester (oogster) pakt de stam in zijn klauw. Vlijmscherpe messen verwijderen de zijtakken. De dunne top van de boom wordt er met een kettingzaag afgehaald. In één minuut is de trotse douglasspar veranderd in een naakte stam.
Vroeger waren bosarbeiders algauw een halfuur bezig met het omzagen van een stevige dennenboom. Paarden hadden er daarna heel wat werk aan om de stam het bos uit te slepen. Tegenwoordig kan een bosbouwbedrijf per dag zo’n 150 kuub hout oogsten.
In het Lunterse Buurtbos tussen Lunteren en Wekerom is houthandel Boeve en Hop uit Uddel bezig met het kappen van bomen op een particulier landgoed. De eigenaar heeft in het perceel tientallen stammen gemerkt met een gele stip. Harvestermachinist Jan Assink is vanmorgen om 6.00 uur begonnen met het omzagen.
Lange, dikke douglasstammen laat hij intact. „Die zijn bestemd voor de bouw. Er kunnen allerlei soorten planken en balken uit gezaagd worden”, legt directeur Gert Hop uit. Dunnere bomen worden door de kettingzaag in de processorkop van de harvester in stukken van 2,5 meter verdeeld. „Die gaan naar onze eigen zagerij. We maken er bijvoorbeeld onderdelen voor pallets van.” De kromme of verrotte stukken hout worden vermalen tot houtvezels. Daar maakt een fabriek zogenaamde osb- of vlokkenplaten van.
Het bos bij Lunteren is een gemengd bos. Af en toe komt Assink met zijn harvester ook een gemerkte loofboom tegen. Boeve en Hop verkoopt deze boom aan bedrijven die er brandhout voor de kachel van maken. Hop: „Daar is veel vraag naar tegenwoordig.”
Het is een mooi gezicht om de harvester door het bos te zien gaan. Toch schrikt de willekeurige voorbijganger van de ravage die de machine achterlaat. De grond is bezaaid met afgesneden takken en al dan niet in stukken gezaagde stammen. De zes banden van de 20 ton zware harvester laten duidelijke sporen achter in de bosgrond.
De schade valt mee, zegt Hop. „Over een jaar heeft de natuur zich hier weer helemaal hersteld. Bovendien laat de harvester ook stukken bos ongemoeid.”
Toch zijn er volop natuurliefhebbers die een hekel hebben aan de lompe machines. In 2004 en 2005 zijn er twee harvesters van de Uddelse firma in brand gestoken. De machines kosten 400.000 euro per stuk. „Er zijn veel natuurfreaks die niet willen dat er in Nederland ook maar één boom wordt omgezaagd.”, zegt Hop. „Maar als ze een konijnenhok gaan timmeren, hebben ze wel hout nodig. Waar moet dat vandaan komen dan?”
Uit het bos bij Lunteren komen deze dag heel wat vrachtjes hout. Aan de overkant van de Boslaan haalt een rode machine de gevelde stammen uit het bos. Hop: „Dit is een forwarder, alweer zo’n Engelse term. Je zou hem ook uitrijder kunnen noemen.”
Chauffeur Dik van Voorst manoeuvreert het achtwielige gevaarte voorzichtig tussen de bomen door. Bij een paar stammen stopt hij. Een grijper pakt een stuk of zes stammen tegelijk beet en deponeert ze in de laadbak. Als die vol is, rijdt Van Voorst naar het bospad. Daar liggen al hele stapels stammen. Dit vrachtje kan er nog wel bij.
Iets verderop is de lichtgroene vrachtwagen van Boeve en Hop aan het laden. Chauffeur Franco de Ruiter kan zo’n 400 stammen van elk 2,5 meter meenemen naar de zagerij in Uddel. Dat is ongeveer 35 kuub hout met een gewicht van 50 tot 55 ton. Het maximale gewicht dat een vrachtwagen in Nederland mag laden is 50 ton. „We weten wat we doen”, zegt Hop hierover. „We verdelen het gewicht goed over de assen en proberen ons zo veel mogelijk aan de wet te houden.”
Alle 500 paardenkrachten van de Volvo FH12 zijn nodig als de truck vertrekt. Hij moet zijn zware vracht een heuvel optrekken over een onverhard zandpad. De motor gromt. Hij verdeelt zijn krachten over de zes wielen van de trekker en mede daardoor komt de truck de helling op. De Ruiter zit met zijn combinatie soms vast op de zanderige bospaden. Gelukkig is de forwarder dan meestal in de buurt om hem uit de modder te trekken.
Eenmaal in Uddel aangekomen, lost De Ruiter zijn vrachtje op het terrein van Boeve en Hop aan de Aardhuisweg. Direct daarna vertrekt hij voor een nieuwe lading.
Het Uddelse bedrijf is het enige in Nederland dat zowel het oogsten als het verwerken van hout met eigen machines doet. De verwerking is ondergebracht in een aparte bv: Rondhoutzagerij Midden Nederland.
De eerste stap in het proces is het selecteren van de stammen op dikte. Een splinternieuwe shovel hapt in de stapel boomstammen en legt een lading op de lopende band van de sorteerinstallatie. Een computer meet de dikte en bepaalt in welke bak de stukken boom thuishoren. De shovel brengt ze vervolgens weer op de juiste stapel.
Het gele gevaarte bevoorraadt ook de zagerij. Stammen verdwijnen via een lopende band in de loods. Daar staat een machine die eerst twee ronde kanten van de stam snijdt. Vervolgens kantelt de stam en worden nog twee ronde kanten verwijderd. Wat overblijft is een balk van zo’n 15 centimeter dikte.
Een heftruck brengt de balken naar de volgende machine. Grote cirkelzagen bijten gretig in het douglashout. De herrie is enorm. Niet voor niets dragen alle medewerkers oordoppen. Het resultaat van het rumoerige proces is een keurige stapel planken.
De heftruck brengt de stapel naar de droogkamer. Hop: „Een belangrijke klant is Corus, van de hoogovens in IJmuiden. Die gebruikt het hout als een soort stootkussen bij het laden van een schip vol staal. Als zo’n schip naar Amerika gaat, moet het hout vrij zijn van ongedierte en schimmels. Dat bereik je door het hout te behandelen in de droogkamer.”
Naast het magazijn staat een vrachtwagen te wachten op zijn lading. De heftruckchauffeur heeft het druk. De ene stapel planken na de andere verdwijnt in de laadruimte. De douglasspar uit Lunteren gaat als plank naar IJmuiden.
Omdat 2011 het Internationaal Jaar van het Bos is, een serie artikelen over het bos. Vandaag deel 2: Van stam tot plank. Zaterdag in Pluspunt deel 3: Brandgevaar.
Havik
De havik is een echte bosroofvogel. Hij eet prooien zoals postduif, houtduif, Vlaamse gaai, eekhoorn en konijn. Vanaf een tak laat hij zich met een korte duikvlucht op de prooi vallen. Een paartje haviken heeft vaak meer nesten in het territorium. Zo’n horst wordt met dode takken hoog in de boomkruin gebouwd. Het vrouwtje legt er maximaal vijf blauwwitte eieren. Houtoogsters sparen de horstbomen. Voordat ze gaan zagen worden de broedplaatsen geïnventariseerd. Dat gebeurt ook met dassenburchten.