Opinie

Commentaar: Op de bodem zitten is geen reden tot blijdschap

Volstrekt zeker weten we het niet. Maar stel dat de zetelverdeling in de Senaat inderdaad wordt zoals nu wordt aangenomen (37 zetels voor de coalitie; 1 of 2 voor de SGP, 2 voor de ChristenUnie), dan biedt dit de kleine christelijke partijen zonder meer kansen. Vooral de SGP komt dan in een interessante scharnierpositie. Daardoor kan de wonderlijke situatie ontstaan dat een minipartijtje met volgens velen volstrekt achterhaalde standpunten grote invloed verwerft op het kabinetsbeleid.

3 March 2011 11:42Gewijzigd op 14 November 2020 13:55

Dat is voor het orthodox-christelijke volksdeel iets om blij mee te zijn.

Maar er is ook een andere kant, die eerlijk onder ogen moet worden gezien. De positie die de SGP nu heeft en die door de uitslag van de Statenverkiezingen lijkt te worden versterkt, is een tijdelijke. Zij is verbonden aan de levensduur van een wankel kabinet.

Bezien we de positie van de christelijke politiek als geheel en op de langere termijn, dan is er weinig reden tot blijdschap. Zoals het er nu uitziet, halveert de ChristenUniefractie in de Eerste Kamer. En het CDA zakt terug naar een schamele 11 zetels.

Zoals politici altijd doen, probeerden gisteravond ook CDA-voormannen hun verlies zo gunstig mogelijk voor te stellen. Zo constateerde oud-partijvoorzitter Van Rij dat zijn partij tenminste niet dieper gezakt is dan bij de Kamerverkiezingen van vorig jaar. Nee, het CDA heeft zich, aldus Van Rij, gestabiliseerd. „We hebben blijkbaar onze bodem bereikt. Van daaruit moeten we weer gaan opbouwen.”

Het is alleszins begrijpelijk dat mensen als Van Rij deze insteek kiezen. Een politicus moet altijd positief blijven. Maar dat neemt niet weg dat bij zijn betoog vraagtekens gezet kunnen worden. Zo is volstrekt onduidelijk hoe groot de opklimpotentie van het CDA is. Zeker, in het verleden heeft de partij getoond veerkracht te bezitten en in staat te zijn om na elke verkiezingsnederlaag terug te komen.

Maar… elke nieuwe piek was toch lager dan de vorige. Waar het in wezen om gaat, is dat de dominante maatschappelijke onderstroom er een is van voortgaande secularisatie. Die zorgt voor een steeds verder achteruit boeren van de christelijke politiek.

Het mag dan zo zijn dat het CDA wellicht in de toekomst weer opkrabbelt, voor dit moment ligt de partij er min of meer verslagen bij. Zonder een werkelijke leider en met slechte perspectieven in de provincies.

Het kan immers niet anders of de partij zal, bij de komende collegevorming, in de meeste gewesten een forse veer moeten laten? En als het CDA niet meer krachtig in Gedeputeerde Staten vertegenwoordigd is, zal het dan niet ook voor CU en SGP lastiger worden in dat college te participeren?

Kortom, voor Bijbelgetrouwe christenen is er alle reden tot zorg. De bekende theoloog W. Aalders zei ooit: „Grosso modo is in de Nederlandse politiek het CDA een kristallisatiepunt voor het behoud van christelijke waarden in een postchristelijke tijd. De inbreng van het CDA in de concrete machtsverhoudingen, is van groot belang. Het zou een ramp voor Nederland zijn, als die weg zou vallen.”

Geheel weggevallen is de weerhoudende muur van het CDA niet. Maar er zijn wel grote gaten in geslagen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer