Zoektocht naar verhalen over de oorlog
OUDWOUDE – Al eerder schreef Reindert Postma een boek over de mensen die in de gemeente Kollumerland met de Tweede Wereldoorlog te maken hebben gehad. Van ”De oorlog een gezicht gegeven” verschijnt eind april deel 2.
„Het moet lang duren voor ik op een dood spoor kom”, zegt Postma. Ook al is het een valse naam van een Joodse onderduiker die in de oorlog in Oudwoude heeft gezeten, Postma gaat op onderzoek uit. In het geval van deze onderduiker, een Joods jongetje uit Amsterdam, had hij alleen de onderduikersnaam Jopie Veringa.
Hoe vind je iemand terug die een valse naam heeft? Postma kwam tijdens een dodenherdenking in de gemeente iemand tegen die bij Jopie in de klas had gezeten. Aan die klasgenoot had het jongetje verteld dat hij Martin Bloch heette. Uiteindelijk kwam Postma er via een Joodse man uit Amsterdam achter dat zijn echte naam Martin d’Ancona is. „Die jongen heeft de oorlog overleefd, maar is daarna in Amsterdam onder een tram gekomen en overleden.”
Het eerste boek van Postma telt 240 bladzijden. Zo dik is het tweede boek ook. Er lagen nog veel aanknopingspunten in Kollumerland, die leidden naar personen die daar wat met de Tweede Wereldoorlog te maken hebben gehad. Overal haalt Postma zijn informatie vandaan. Zo heeft hij van de dertien bemanningsleden die bij twee vliegtuigongelukken in Westergeest omkwamen, er al elf getraceerd. Zelfs de kinderen van Rudolph Kahler, de Duitse officier die de brokstukken van de vliegtuigen moest opruimen, heeft hij via een foto van Kahler opgespoord.
En het gaat verder dan dat. Postma is met zijn vrouw Yvonne Nijenhuis, die het boek heeft geredigeerd en Postma heeft bijgestaan in zijn zoektochten, zelfs op bezoek geweest bij de weduwe van de officier, Theresa Kahler. „Dan zie je nog het oude trappenhuis in Jugendstil. Zelfs zijn naamplaatje hing er nog”, zegt Nijenhuis. Postma: „Zo ver gaat het bij mij. Ik zie hem als het ware lopen in dat trappenhuis. Zij is ook met haar zoon in Friesland geweest. Deze zoon heet ook Rudolph Kahler. We zijn naar het graf geweest van de bemanningsleden die omgekomen zijn. Toen heeft Theresa Kahler vreselijk gehuild. Er was nog zo veel schaamte. Dat greep mij echt aan.”
Zo persoonlijk en op detailniveau verhalen over mensen uit de oorlog kan alleen als je er zo induikt als Postma. Uren kan hij telefoneren met mensen die iets weten over hun moeder, grootmoeder, nicht of vroegere dorpsgenoot.
„Ik heb een archief van 2 meter in huis”, vertelt de onderwijzer. Niet alleen de Tweede Wereldoorlog interesseert hem, maar ook de Franse tijd en de rechtspraak van vroeger. „Ik vind alle onderwerpen boeiend. Maar op een gegeven moment verdrink je erin.” Daarom heeft Postma een kader gesteld: alleen mensen die een link hebben met de gemeente Kollumerland in de Tweede Wereldoorlog komen in het boek voor. Zijn doel? De mensen een gezicht geven, en dan niet volgens het zwart-witbeeld van ”wij” tegen ”zij”. Neem de Duitse officier: die was bevriend met de man bij wie hij in Oudwoude onderdak kreeg, zo ontdekte Postma. „Ken je die film Schindler’s list? Op het laatst lopen de mensen een dorp uit. Gaandeweg krijgen ze steeds meer kleur. Dat probeer ik ook te doen: de mensen weer een kleur geven.”
Ze emotioneren Postma ook, al die verhalen. Dat van de Romafamilie Mirosch uit Drachten bijvoorbeeld. Hij slaat zijn boek open. Twee guitige kindergezichtjes kijken in de camera. „Kun jij mij nou vertellen waarom deze kinderen moesten worden omgebracht?”
Het tweede deel van ”De oorlog een gezicht gegeven” is te bestellen via rhpostma@planet.nl. Het boek kost € 27,50. Bij bestelling voor 1 mei kost het € 25,-.