DNA-onderzoek in ‘oude’ moordzaken
Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) in Rijswijk gaat DNA-onderzoek verrichten in 43 onopgeloste zware misdrijven uit de regio Noord- en Oost-Gelderland in de periode 1984-1998.
Het NFI heeft alle politieregio’s in Nederland enige tijd geleden verzocht om te bekijken welke oude, onopgeloste zaken nog in aanmerking komen voor DNA-onderzoek van biologische sporen die ten tijde van het misdrijf aangetroffen zijn.
In totaal heeft het NFI meer dan 10.000 ’oude’ zaken uit het hele land op de plank liggen. Het gaat om zware misdrijven die nog niet verjaard zijn, zoals moord, zedenzaken en gewelddadige overvallen. Al die zaken bij elkaar leveren 45.000 bruikbare DNA-sporen op. In een zaak kunnen immers diverse sporen zijn aangetroffen die als DNA-materiaal kunnen dienen, als er bijvoorbeeld meerdere verdachten of slachtoffers in het spel waren.
De recherche van Noord- en Oost-Gelderland heeft 200 zware misdrijven uit de regio onderzocht. Daarbij zijn zeven ordners vol materiaal verzameld. Uiteindelijk bleken 43 zaken in aanmerking te komen voor DNA-onderzoek door het NFI.
Voorbeeld van een zaak waarin de politie op een dood spoor zit, is de moord op de 43-jarige milieuambtenaar Chris van de Werken op zondag 22 december 1996. Wandelaars vonden de Nunspeter op een bospad van landgoed Welna tussen Nunspeet en Epe. De moord zorgde voor veel commotie in het Veluwse dorp.
Een woordvoerder van de politie Noord- en Oost-Gelderland weigert te zeggen of in de zaak-Van de Werken ook DNA-onderzoek gedaan gaat worden. „Het zou niet in het belang zijn van het onderzoek om daar nu al mededelingen over te doen.”