Dat blijkt uit een tussenrapportage die staatssecretaris Halbe Zijlstra (Hoger Onderwijs) dinsdag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Een beurs voor uitwonende studenten ligt jaarlijks ongeveer 2000 euro hoger dan een beurs voor studenten die thuiswonen. Zijlstra vindt het misbruik van de studiebeurs zeer ongewenst. „Een strenge aanpak is daarom noodzakelijk om dit terug te dringen. Dat wil ik voortvarend verder ter hand nemen.”

Als een student wordt betrapt als hij ten onrechte een uitwonendenbeurs heeft ontvangen, moet hij dat volledige bedrag terugbetalen. Daarbovenop komt een boete van 50 procent van het ontvangen bedrag. Voor wie daarna nog eens in de fout gaat, kan het recht op studiefinanciering vervallen en bovendien wordt aangifte tegen de student gedaan.

Uit steekproeven in onder meer grote studentensteden als Den Haag, Rotterdam, Amsterdam en Utrecht, waarbij controleurs op huisbezoek zijn geweest bij studenten, blijkt echter dat de fraude nog vaak lastig te bewijzen is.

Uitkeringsinstantie DUO moet nu nog kunnen aantonen dat een student bij zijn ouders woont in plaats van zelfstandig. In het wetsvoorstel dat Zijlstra binnenkort naar de Tweede Kamer stuurt wordt die bewijslast lichter en hoeft DUO dan alleen nog aan te tonen dat een student niet op het adres woont waarop hij staat ingeschreven.

Studentenvakbond LSVb vraagt zich af in hoeverre het aantal fraudegevallen klopt. „Sommige studenten zijn wel degelijk uitwonend, maar mogen zich niet bij de gemeente inschrijven van de huisbaas”, aldus een woordvoerster. De LSVb gaat een eigen onderzoek doen naar de reden van het misbruik met de uitwonendenbeurs. „Maar laten we voorop stellen dat fraude altijd verkeerd is.”

Het Interstedelijk Studenten Overleg ISO sluit zich daar volledig bij aan. „Er moet hard opgetreden worden tegen studenten die frauderen. Die 40 tot 50 miljoen euro die hiermee verloren gaat, kan wel beter worden gebruikt in het onderwijs”, aldus voorzitter Guy Hendricks.